29 737
Voorstel van wet tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van Verordening (EG) Nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (PbEG L 243), van Richtlijn nr. 2001/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG en 86/635/EEG met betrekking tot de waarderingsregels voor de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen evenals van banken en andere financiële instellingen (Pb EG L 283), en van Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG, 86/635/EEG en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, banken en andere financiële instellingen, en verzekeringsondernemingen (Pb EG L 178) (Wet uitvoering IAS-verordening, IAS 39-richtlijn en moderniseringsrichtlijn)

nr. 13
WIJZIGING VOORGESTELD DOOR DE REGERING

Ontvangen 23 februari 2005

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Onder verlettering van onderdeel Fa tot onderdeel Fb, wordt een onderdeel ingevoegd, dat luidt:

Fa

In artikel 386 lid 3 worden de eerste twee volzinnen vervangen door: De geactiveerde kosten in verband met de oprichting en met de uitgifte van aandelen worden afgeschreven in ten hoogste vijf jaren. De kosten van onderzoek en ontwikkeling voor zover geactiveerd en de geactiveerde kosten van goodwill worden afgeschreven naar gelang van de verwachte gebruiksduur.

Toelichting

Onderdeel Fa wordt overgeheveld van het wetsvoorstel tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gebruik van internationale jaarrekeningstandaarden (Kamerstukken 2001/02, 28 220, nr. 1–2). Het onderhavige onderdeel is het enige wat resteert na wijziging en amendering van genoemd wetsvoorstel. Nu dit onderdeel wordt ingevoegd in het onderhavige wetsvoorstel, kan wetsvoorstel 28 220 uit oogpunt van efficiënte wetgeving ingetrokken worden. Voor inhoudelijke toelichting bij onderdeel Fa zij hier verwezen naar de memorie van toelichting bij wetsvoorstel 28 220 (Kamerstukken 2001/02, 28 220, nr. 3).

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven