29 736 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met de invoering van lumpsumbekostiging in het primair onderwijs

Nr. 52 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 mei 2010

In de brief van 23 maart 2010 wordt een reactie gegeven op de brief van de Bond KBO van 9 februari 2010 over de financiering van de Landelijke Commissie Geschillen als bedoeld in de Wet medezeggenschap op scholen (hierna: WMS). Op het moment van die reactie was de bezwaarschriftenprocedure in het kader van deze financiering nog gaande. Om die reden wordt in de brief juridisch inhoudelijk niet ingegaan op de argumenten van de Bond KBO en wordt voorgesteld uw commissie na de behandeling van de bezwaarschriftenprocedure te informeren over de uitkomst daarvan. Bij brief van 8 april 2010 heeft uw commissie aangegeven dat zij instemt met dit voorstel.

Zoals in de brief van 23 maart 2010 wordt aangegeven heeft de Bond KBO namens één van de bij hem aangesloten schoolbesturen bezwaar gemaakt tegen de beschikking waarbij de materiële instandhouding 2010 is toegekend. Deze bond is het niet eens met de onderbouwing van de aanpassing van het leerling-afhankelijke bedrag in het programma van eisen administratie, beheer en bestuur in verband met de directe bekostiging van de Landelijke Commissie Geschillen WMS. Daarnaast heeft de bond ook zijn andere leden opgeroepen om een bezwaarschrift in te dienen tegen de genoemde toekenningsbeschikking. Tegen deze beschikking heeft de Dienst Uitvoering Onderwijs in totaal 64 gelijkluidende bezwaarschriften ontvangen, waarvan 10 kennelijk niet-ontvankelijk zijn vanwege een termijnoverschrijding die niet verschoonbaar is. Alleen het schoolbestuur namens wie de bond optrad, heeft gebruik gemaakt van het recht om te worden gehoord. De andere 53 schoolbesturen hebben daarvan afgezien. De bezwaarschriftenprocedure is inmiddels afgerond.

De beslissing op alle bezwaarschriften luidt dat deze niet-ontvankelijk zijn, omdat het bezwaar principieel van aard is. De onderbouwing van deze beslissing is uiteengezet in de brief van 29 april 2010 die is gezonden aan het schoolbestuur dat is gehoord. Een afschrift van deze brief is bij de beslissing op bezwaar van de andere 53 schoolbesturen gevoegd en treft u hierbij ter informatie aan1.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. Rouvoet


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven