nr. 45
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juni 2007
Op 20 juni aanstaande staat een Algemeen Overleg gepland over de
voortgangsrapportage «Invoering lumpsumbekostiging primair onderwijs».
De voortgangsrapportage heb ik u bij brief van 13 april jl. toegestuurd
(TK 29 736 nr. 44). Aan het slot van deze brief kondigde ik aan
dat er nog een laatste «monitor veldbenadering» beschikbaar zal
komen, en dat die in juni aan de Kamer toegestuurd zal worden. Deze week heeft
bureau Ecorys het rapport «Slotmonitor invoering lumpsum po» opgeleverd.
Hierbij stuur ik u dit rapport toe1.
Medezeggenschap
Het rapport bevestigt in belangrijke mate het positieve beeld van de invoering
van lumpsum, zoals ik dat in de brief van 13 april heb geschetst. Als
punt van zorg wordt de betrokkenheid van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden
genoemd. Uit de monitor blijkt dat de raden nog steeds een informatieachterstand
hebben en onvoldoende betrokken zijn bij de besluitvorming over lumpsum. Het
rapport adviseert daarom de rol van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden
te versterken en beter te verankeren in het beleidsproces .
In reactie hierop het volgende. Met de invoering van de Wet medezeggenschap
scholen (WMS) op 1 januari van dit jaar is de positie van de (gemeenschappelijke)
medezeggenschapsraden versterkt. Om de nieuwe wet te implementeren, wordt
nu het project «Invoering WMS» uitgevoerd. In dit project werken
alle organisaties voor leerlingen, ouders, personeel en besturen samen om
de doelstelling van de nieuwe wet te realiseren. Het project «Invoering
WMS» loopt nog tot eind 2007. Ik heb inmiddels de rapportage Slotmonitor
aan de projectorganisatie beschikbaar gesteld, zodat het project de uitkomsten
kan meenemen in de uitvoering.
Stimuleren financiële beleidsinstrumenten
Het rapport adviseert ook onderwijsinstellingen bewust(er) te maken van
financiële beleidsinstrumenten. Kennis en gebruik van deze instrumenten
moeten gestimuleerd worden. Ik zal deze aanbeveling bespreken met de besturenorganisaties.
Zij moeten hun achterban blijven informeren over het gebruik van deze instrumenten.
Om het gebruik van financiële beleidsinstrumenten door instellingen
na te gaan, adviseert het rapport de vinger aan de pols te houden bij de jaarverslagen.
Hier heb ik al maatregelen voor getroffen. In mijn brief van 13 april
heb ik aangegeven hoe ik wil bereiken dat instellingen de jaarverslagen tijdig
indienen. Tevens ben ik in mijn beantwoording van de Kamervragen over de lumpsumfinanciering
po en het elektronisch financieel jaarverslag van de heer J.J. van Dijk op
11 mei hier nog verder op ingegaan.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. A. M. Dijksma