29 736
Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met de invoering van lumpsumbekostiging in het primair onderwijs

nr. 15
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VERGEER EN KRANEVELDT

Ontvangen 18 januari 2005

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel IV, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:

A. In punt 2 vervalt aan het slot van onderdeel j «en».

B. Punt 3 wordt vervangen door:

3. In het eerste lid wordt na de puntkomma aan het slot van onderdeel k toegevoegd: en.

C. Punt 4 wordt vervangen door:

4. In het eerste lid wordt onderdeel l vervangen door:

l. vaststelling of wijziging van het managementstatuut.

D. Na punt 4 wordt ingevoegd een nieuw punt, luidende: 4a. In het eerste lid vervalt onderdeel m.

Toelichting

Het wetsvoorstel beoogt de autonomie van de scholen te vergroten. Zonder een adequate medezeggenschap is de invloed van ouders en personeel op het schoolbeleid echter onvoldoende. In de optiek van het wetsvoorstel is het bestuur eindverantwoordelijk en beslist uiteindelijk over de inzet van de middelen en de vaststelling van het managementstatuut na het advies van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Het uitoefenen van dergelijke adviesbevoegdheden impliceert dat het bevoegd gezag de voorgenomen keuzes motiveert aan de medezeggenschapsorganen. Het bestuur heeft de plicht de GMR advies te vragen over een aantal bovenschoolse aangelegenheden.

Het adviesrecht van de (G)MR is echter onvoldoende waarborg voor de medezeggenschap van de (G)MR op het managementstatuut.

Dit amendement strekt er toe, dat het personeelsdeel van de (G)MR instemmingsrecht heeft met de vaststelling van het managementstatuut door het schoolbestuur.

Vergeer

Kraneveldt

Naar boven