29 736
Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met de invoering van lumpsumbekostiging in het primair onderwijs

nr. 14
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VERGEER EN KRANEVELDT

Ontvangen 18 januari 2005

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel IV wordt na onderdeel A een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel i vervalt «en».

2. Aan het slot van onderdeel j wordt de punt vervangen door «; en».

3. Na onderdeel j wordt ingevoegd een nieuw onderdeel, luidende:

k. vaststelling of wijziging van de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid voor de school, waaronder de voorgenomen bestemming van de middelen die door het bevoegd gezag ten behoeve van de school uit de openbare kas zijn toegekend of van anderen zijn ontvangen, met uitzondering van de middelen, bedoeld in artikel 9, onderdelen b en e.

II

Artikel IV, onderdeel B, punt 1, wordt vervangen door:

1. Onderdeel c vervalt.

III

In artikel IV, onderdeel D, wordt punt 1 vervangen door:

1. De aanduiding «artikel 7 onder c,» wordt vervangen door: artikel 28, zesde lid, onder a,.

Toelichting

Het wetsvoorstel beoogt de autonomie van de scholen te vergroten. Zonder een adequate medezeggenschap is de invloed van ouders en personeel op het schoolbeleid onvoldoende. In de optiek van het wetsvoorstel is het bestuur eindverantwoordelijk en beslist uiteindelijk over de inzet van de middelen en de vaststelling van het managementstatuut na het advies van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Het uitoefenen van dergelijke adviesbevoegdheden impliceert dat het bevoegd gezag de voorgenomen keuzes motiveert aan de medezeggenschapsorganen. Het bestuur heeft de plicht de GMR advies te vragen over een aantal bovenschoolse aangelegenheden.

Een adviesrecht van de (G)MR is echter onvoldoende waarborg voor de medezeggenschap van de (G)MR op het onderwijsinhoudelijke en financiële beleid van het schoolbestuur.

Dit amendement strekt er derhalve toe dat de (G)MR instemmingsrecht heeft met de inzet van de middelen door het schoolbestuur.

Vergeer

Kraneveldt

Naar boven