nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Algemeen
De geldigheidsduur van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap
voor Kolen en Staal is per 23 juli 2002 verstreken. De wetten die specifiek
dienden ter uitvoering van dit verdrag worden bij deze wet ingetrokken of
gewijzigd. Het gaat hierbij om de Wet vrachtprijzen vervoer van kolen en staal,
de Wet uitvoering aanbevelingen artikel 63, derde lid, EGKS-verdrag (hierna:
Wet uitvoering aanbevelingen) en de Wet houdende regeling van gedwongen tenuitvoerlegging
van uitspraken en beschikkingen van de Europese Gemeenschappen (hierna: Wet
tenuitvoerlegging uitspraken).
Nu de markten voor kolen en staal onder het EG-verdrag vallen, zijn voor
de uitvoering van het toezicht op deze markten geen afzonderlijke regelingen
meer nodig. Nadere informatie over de gevolgen van het vervallen van het EGKS-verdrag
op het gebied van het toezicht op de mededinging is vervat in een mededeling
van de Europese Commissie1. In deze mededeling
geeft de Commissie een uiteenzetting van de veranderingen op het gebied van
het materieel en procedureel recht ten aanzien van elk van de verschillende
mededingingregels. Daarnaast wordt in deze mededeling aangegeven welk recht
van toepassing is bij overgangsgevallen.
Alhoewel de inhoud van dit wetsvoorstel betrekking heeft op wetgeving
die diende ter uitvoering van een verdrag, valt dit wetsvoorstel niet onder
de uitzonderingen in de Tijdelijke referendumwet en is de inwerkingtredingsbepaling
dienovereenkomstig.
De Wet vrachtprijzen vervoer van kolen en staal
De Wet vrachtprijzen vervoer kolen en staal strekt tot uitvoering van
het inmiddels vervallen artikel 70 van het EGKS-verdrag en verbiedt aan de
ondernemer die vervoer per spoor, over de weg of over de binnenwateren verricht,
voor het vervoer van kolen en staal vrachtprijzen te berekenen die een discriminatoir
karakter hebben.
Met de intrekking van de Wet vrachtprijzen vervoer van kolen en staal
zal ook het Uitvoeringsbesluit vrachtprijzen vervoer van kolen en staal vervallen.
Tevens zullen de verwijzingen naar de Wet vrachtprijzen vervoer kolen en staal
in het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar IVW-DV 2003 en in de regeling
van de Minister van Justitie van 22 oktober 1992, nr. 259460/592/RR1,
houdende de aanwijzing van opsporingsambtenaren ex artikel 2 van de wet van
26 juni 1963 tot uitvoering van verordening nr. 11 van de Raad van de
Europese Economische Gemeenschap (Stcrt. 1992, 214) worden aangepast.
In de Wet op de economische delicten is de overtreding van voorschriften
gesteld bij of krachtens de artikelen 2 en 4 van de Wet vrachtprijzen vervoer
van kolen en staal, strafbaar gesteld. Deze strafbaarstelling komt te vervallen.
Sinds de invoering van de interne markt in 1992 is artikel 70 van het EGKS-verdrag
in feite achterhaald door artikel 75 EG. Sinds 1992 is er dientengevolge aan
deze wet geen uitvoering meer gegeven. Tot overgangsrecht in verband met strafbaarstelling
bestaat dan ook geen noodzaak.
De Wet uitvoering aanbevelingen
De Wet uitvoering aanbevelingen dient als wettelijke grondslag voor het
toezicht op de uitvoering in Nederland van aanbevelingen van de Europese Commissie
op basis van het inmiddels vervallen artikel 63, derde lid, en artikel 95
van het EGKS-verdrag.
In de Wet op de economische delicten is de overtreding van voorschriften
gesteld bij of krachtens artikel 2 van de Wet uitvoering aanbevelingen, strafbaar
gesteld. Dergelijke voorschriften zijn echter niet meer van kracht sinds het
vervallen van de hoofdbepalingen van het Tweede uitvoeringsbesluit aanbeveling
(EGKS) nr. 1835/81 (Stb. 1984, 431) per 1 januari 1986, en van het gehele
besluit per 1 juli 1986. Hierdoor is het niet nodig om een overgangsregeling
te treffen in verband met het laten vervallen van de strafbepaling in de Wet
op de economische delicten.
De regeling waarbij op basis van de Wet op de economische delicten opsporingsambtenaren
worden aangewezen, zal afzonderlijk worden ingetrokken.
De Wet tenuitvoerlegging uitspraken
In de Wet tenuitvoerlegging uitspraken vervalt de verwijzing naar uitspraken
en beschikkingen die ingevolge het EGKS-verdrag kunnen worden tenuitvoergelegd.
Ten aanzien van uitspraken en beschikkingen die vóór de vervaldatum
van het EGKS-verdrag op basis van dit verdrag zijn genomen, blijven de bepalingen
van de Wet tenuitvoerlegging uitspraken echter gelden.
Het voorgestelde artikel 5a gaat ervan uit dat het EGKS-verdrag reeds
op 23 juli 2002 zijn geldigheid heeft verloren. Het EGKS-verdrag trad
immers op 23 juli 1952 in werking en had een geldigheidsduur van 50 jaar.
Dit standpunt verschilt met dat van de Europese Commissie. Deze geeft in haar
hiervoor genoemde mededeling aan dat de sectoren van kolen en staal met ingang
van 24 juli 2002 onder de regels van het EG-verdrag vallen.
De Minister van Economische Zaken,
L. J. Brinkhorst