Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29721 nr. 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29721 nr. 3 |
Dit wetsvoorstel strekt tot implementatie van richtlijn 2003/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 mei 2003 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de reclame en sponsoring voor tabaksproducten (PbEU L 152), hierna aangeduid als richtlijn 2003/33/EG.
Richtlijn 2003/33/EG heeft als doel om de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten ten aanzien van tabaksreclame en -sponsoring te harmoniseren. Verschillen in nationale regelgeving op dit terrein kunnen het vrije verkeer belemmeren tussen de lidstaten van producten of diensten die als drager voor dergelijke reclame en sponsoring dienen, en aldus een belemmering vormen voor de werking van de interne markt. De communautaire regelgever heeft daarom, ten aanzien van het gebied waarop de richtlijn betrekking heeft, expliciet geformuleerd welke tabaksreclame en -sponsoring in de lidstaten dient te worden verboden en welke tabaksreclame en -sponsoring dient te worden toegestaan. Hierbij is de communautaire regelgever uitgegaan van een hoog niveau van gezondheidsbescherming, zoals ook bepaald in artikel 95, lid 3, van het EG-Verdrag.
Richtlijn 2003/33/EG biedt de lidstaten, ten aanzien van de zaken waarop de richtlijn betrekking heeft, geen nationale beleidsruimte. Dit wetsvoorstel betreft dan ook louter uitvoering van in communautair verband vastgesteld bindend beleid. Als gevolg van het feit in Nederland een ruim verbod op tabaksreclame en -sponsoring geldt (via de Wet van 18 april 2002 tot wijziging van de Tabakswet, Stb. 201), behoeft de Tabakswet evenwel slechts op enkele punten in overeenstemming te worden gebracht met de richtlijn.
Deze voorgestelde wijzigingen hebben geen gevolgen voor de administratieve lastendruk voor het betrokken bedrijfsleven. Het Adviescollege toetsing administratieve lasten heeft het wetsvoorstel ook niet geselecteerd voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten. De voorgestelde wijzigingen hebben mogelijk enig gevolg voor de circuits van Assen en Zandvoort. In de toelichting bij artikel II wordt hier nader op ingegaan.
Hieronder is links het desbetreffende artikel, of onderdeel daarvan, van richtlijn 2003/33/EG opgesomd, terwijl rechts het corresponderende artikel, of onderdeel daarvan, van dit wetsvoorstel is vermeld, waarin het bewuste artikel wordt geïmplementeerd, dan wel is aangegeven dat dit niet nodig is.
* Artikel 1 | * behoeft geen implementatie |
* Artikel 2, onder a, b en c | * via het bestaande artikel 1, onderdelen a en f en een aanpassing van artikel 1 onderdeel g, Tabakswet (TW) |
* Artikel 2, onder d | * nieuw artikel 1, onderdeel m, TW |
* Artikel 3, eerste en tweede lid | * aanpassing artikel 5, derde lid, onderdeel a, TW |
* Artikel 4, eerste lid | * via het bestaande artikel 4, eerste lid, TW |
* Artikel 4, tweede lid | * via het bestaande artikel 5, eerste lid, in samenhang met een nieuw artikel 5, vierde lid, TW |
* Artikel 5, eerste lid | * via het bestaande artikel 5, eerste lid, TW |
* Artikel 5, tweede lid | * via artikel 5, vijfde lid, TW |
* Artikel 10, eerste lid | * wijziging artikel II Wet van 18 april 2002 |
* Artikelen 6 t/m 12 | * behoeven, afgezien van artikel 10, eerste lid, geen implementatie |
De definitie van sponsoring in artikel 1, onderdeel g, van de Tabakswet is aangepast aan de definitie van sponsoring in artikel 2, onderdeel c, van richtlijn 2003/33/EG. Aldus heeft sponsoring ook betrekking op personen en komt expliciet tot uitdrukking dat het «gevolg hebben», zoals bedoeld in de definitie, op rechtstreekse of onrechtstreekse wijze kan worden bereikt.
In de huidige Tabakswet komt het begrip «diensten van de informatiemaatschappij» niet voor. In het voorgestelde artikel 5, derde lid, onderdeel a, is dit wel het geval. Omdat de implementatie noodzaakt tot het in artikel 5, derde lid, onderdeel a, opnemen van een verwijzing naar dit begrip, is in dit voorstel hiervoor een definitie opgenomen in onderdeel m van artikel 1. De definitie is overgenomen uit artikel 2, onderdeel d, van richtlijn 2003/33/EG.
Het derde lid van artikel 5 van de Tabakswet benoemt enkele uitzonderingen (de onderdelen a tot en met d) op het in het eerste lid van dit artikel neergelegde verbod op tabaksreclame en -sponsoring.
Om artikel 3 van richtlijn 2003/33/EG te implementeren is in dit voorstel een nieuw artikel 5, derde lid, onderdeel a, geformuleerd. Het voorgestelde onderdeel a, aanhef en sub 1°, vervangt het huidige onderdeel a, maar zorgt niet voor een inhoudelijke wijziging. Het voorgestelde onderdeel a, aanhef en sub 2°, vervangt het huidige onderdeel d, en bewerkstelligt een kleine inhoudelijke wijziging. De uitzondering voor de «verkoop van buiten Nederland uitgegeven en gedrukte publicaties met reclame voor tabaksproducten, mits die publicaties niet hoofdzakelijk voor de nationale markt bestemd zijn», wordt vervangen door: buiten de Europese Unie uitgegeven en gedrukte publicaties, alsmede via het internet te verspreiden informatie, met daarin reclame voor tabaksproducten, mits deze niet hoofdzakelijk voor landen binnen de Europese Unie bestemd zijn.
Het gewijzigde vierde lid van artikel 5 dient, samen met het huidige eerste lid van artikel 5, om artikel 4, tweede lid, van richtlijn 2003/33/EG te implementeren. Het huidig geformuleerde verbod voor sponsoring in het eerste lid van artikel 5 moet, voor wat betreft het sponsoren van radioprogramma's, worden beperkt tot die radioprogramma's die worden gesponsord door ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit wordt gevormd door de vervaardiging of de verkoop van tabaksproducten.
Artikel V, tweede lid, van de Wet van 18 april 2002 tot wijziging van de Tabakswet (Stb. 2002, 201) luidt als volgt: «Onze Minister kan aan een organisator van een auto- of motorrace in het kader van bestaande, op mondiaal niveau georganiseerde, evenementen of activiteiten, die voor 10 april 1999 schriftelijk een contractuele verplichting is aangegaan, welke onder het verbod bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Tabakswet valt, ontheffing verlenen van dat verbod tot een daarbij aan te geven tijdstip, doch uiterlijk tot en met 2006, en onder daarbij te stellen voorschriften en beperkingen.»
Artikel 10 van richtlijn 2003/33/EG bepaalt evenwel dat de lidstaten uiterlijk op 31 juli 2005 aan de richtlijn moeten voldoen. De richtlijn voorziet niet in de mogelijkheid om bepaalde sectoren tijdelijk uit te zonderen. Dit noopt tot wijziging van artikel V, tweede lid, van de Wet van 18 april 2002 tot wijziging van de Tabakswet (Stb. 201). Deze wijziging kan enig gevolg hebben voor de circuits van Assen en Zandvoort. Aan deze circuits is voor de jaren 2003 en 2004, onder daarbij gestelde voorschriften en beperkingen, een ontheffing verleend van het reclame- en sponsoringverbod voor een viertal evenementen. In het geval van het circuit van Assen gaat het om de Dutch TT, WK 200 miles en WK Superbike. Voor het circuit van Zandvoort gaat het om de Masters of Formula 3. Het aanpassen van de datum maakt dat een eventueel te verlenen ontheffing voor het jaar 2005 alleen tot en met 30 juli 2005 kan worden verleend. Gegeven de veronderstelling dat voor de periode 31 juli 2005 tot eind 2006 ook ontheffing zou zijn verleend, houdt dat in dat de circuits eventuele vervangende sponsoring eerder zullen moeten zien te realiseren. In de ontheffingsbeschikkingen voor de jaren 2003 en 2004 zijn de circuits overigens al gewezen op dit gevolg van richtlijn 2003/33/EG.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29721-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.