nr. 6
VERSLAG
Vastgesteld 6 oktober 2004
De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1,
belast met het voorbereidend onderzoek, brengt als volgt verslag uit van haar
bevindingen omtrent dit wetsvoorstel.
Onder het voorbehoud dat de regering de in dit verslag opgenomen vragen
en opmerkingen afdoende beantwoordt, acht de commissie de openbare behandeling
van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Algemeen
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
het voorstel van de regering tot wijziging van diverse schepenwetten, die
een betere monitoring en gegevensuitwisseling, en daarmee een betere aanpak
van rampen en ongevallen mogelijk moet maken.
De leden van de CDA-fractie vragen de regering nader inzicht te verschaffen
in de huidige informatie-uitwisseling tussen lidstaten bij ongevallen en verontreiniging
op zee. In hoeverre vraagt de implementatie van de richtlijn niet alleen om
geharmoniseerde regels, maar ook om verdere standaardisatie van ICT-infrastructuur,
gedeelde databanken, procedures ten aanzien van informatie-uitwisseling etc?
Kan de regering aangeven wanneer het wetsvoorstel materieel geïmplementeerd
moet zijn?
De leden van de fractie van de PvdA hechten veel waarde aan de invoering
van maatregelen die de kans op ongevallen en incidenten op zee (en de effecten
daarvan) kunnen verkleinen. Deze leden stemmen dan ook in met de implementatie
van richtlijn 2002/59/EG volgens voorgestelde wetswijziging.
In de memorie van toelichting wordt uitgebreid stilgestaan bij de primaire
effecten van de wetswijzigingen, c.q. de diverse procedures die vanaf heden doorlopen dienen te worden. De leden van de fractie van de PvdA
verzoeken de regering om een toelichting op de concrete, beoogde (eventueel
cijfermatig onderbouwde) effecten van de wetswijzigingen. Daarbij vragen de
leden van de fractie van de PvdA ook om een uiteenzetting van de wijze waarop
de diverse gegevens die beschikbaar komen, worden benut. Immers, zo stellen
deze leden, niet de verzameling van gegevens is het doel, maar het gebruik
van deze informatie bij het verkleinen van de kans op ongevallen en incidenten
op zee en een adequate aanpak van dergelijke incidenten.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
het voorstel tot wijziging van de onderliggende wetten. Alvorens haar standpunt
over dit voorstel te bepalen, willen zij een aantal opmerkingen over dit voorstel
maken en een aantal vragen aan de regering stellen.
De leden van de VVD-fractie constateren dat in de toekomst alle meldingen
elektronisch beschikbaar en uitwisselbaar zullen zijn. Hoe lang gaat het duren
voordat dit in Nederland het geval is? In hoeverre voldoen de ander EU-landen
aan deze eis? Is een termijn afgesproken waarbinnen alle meldingen elektronisch
beschikbaar en uitwisselbaar moeten zijn?
In de Memorie van Toelichting wordt verder gesproken over objectieve eisen
voor het toelaten van schepen in nood. Kan de regering aangeven wat deze eisen
zijn?
Tot slot constateren deze leden dat in de Memorie van Toelichting gesproken
wordt over de mogelijkheden om Europese besluiten ten aanzien van de binnenvaart
te kunnen implementeren. Om welke besluiten gaat dit?
Omzetting van de richtlijn in Nederlandse regelgeving
De leden van de fractie van de PvdA betreuren de opgelopen vertraging
bij de implementatie van de richtlijn, niet in de laatste plaats omdat eerdere
implementaties van richtlijnen op het gebied van scheepvaart ná de
gestelde termijnen is bereikt. Zij vragen de regering om een toelichting op
de oorzaak van de vertraging en verzoeken om een uiteenzetting van de maatregelen
die zijn genomen om toekomstige implementatietermijnen wel te halen.
De leden van de VVD-fractie vragen in hoeverre de nieuwe richtlijnen al
in andere EU-landen zijn geïmplementeerd.
Wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen
(Wvvs)
De leden van de CDA-fractie merken in navolging van de Raad van State
op dat «onvolledige medewerking» door de kapitein van een schip
(art. 12 Wvvs), een strafbaar feit oplevert. De Raad adviseert dit strafbare
feit nader te omschrijven, bijvoorbeeld aan de hand van bijlage IV van de
richtlijn. De regering heeft hier echter niet voor gekozen. Kan de regering
aangeven op welke wijze wordt voorkomen dat willekeur optreedt bij de uitoefening
van de betreffende bevoegdheid?
De leden van de CDA-fractie vragen de regering tevens aan te geven in
hoeverre Nederland met de maatregelen in het rampenplan voor de Noordzee en
de Wet bestrijding ongevallen Noordzee materieel voldoet aan de verplichting
tot het opstellen van een plan voor de opvang van schepen in nood.
De voorzitter van de commissie,
Atsma
De griffier van de commissie,
Roovers
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), ondervoorzitter,
Atsma (CDA), voorzitter, Van Gent (GL), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP),
Van der Staaij (SGP), Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Depla
(PvdA), Van As (LPF), Mastwijk (CDA), Duyvendak (GL), Koopmans (CDA), Gerkens
(SP), Bruls (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Boelhouwer
(PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Hermans (LPF), Dezentjé Hamming
(VVD), Van Hijum (CDA).
Plv. leden: Heemskerk (PvdA), Samsom (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD),
Hessels (CDA), Vos (GL), Smeets (PvdA), De Ruiter (SP), Slob (CU), Aptroot
(VVD), Szabó (VVD), Van Dijken (PvdA), Waalkens (PvdA), Herben (LPF),
Van Winsen (CDA), Halsema (GL), Jager (CDA), Vergeer (SP), Ten Hoopen (CDA),
Van Haersma Buma (CDA), Bakker (D66), De Pater-van der Meer (CDA), Van Dam
(PvdA), Van Beek (VVD), Dubbelboer (PvdA), Van den Brink (LPF), Luchtenveld
(VVD), Buijs (CDA).