Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29712 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29712 nr. 2 |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is bij de wet regels te stellen ter uitvoering van richtlijn 2003/8/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende geschillen, door middel van gemeenschappelijke minimumvoorschriften betreffende rechtsbijstand bij die geschillen (PbEG L 26/41);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet op de rechtsbijstand wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 7 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
e. het vergoeden van de in deze wet bedoelde, door de rechtzoekende met een grensoverschrijdend geschil als bedoeld in hoofdstuk IIIa gemaakte kosten.
Na hoofdstuk III wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
HOOFDSTUK IIIA. DE VERLENING VAN RECHTSBIJSTAND IN GRENSOVERSCHRIJDENDE GESCHILLEN BINNEN DE EUROPESE UNIE
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
a. richtlijn: de richtlijn 2003/8/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende geschillen, door middel van gemeenschappelijke minimumvoorschriften betreffende rechtsbijstand bij die geschillen;
b. lidstaat: lidstaat van de Europese Unie met uitzondering van Denemarken.
Afdeling 1. Rechtzoekenden die wonen in een andere lidstaat dan Nederland
1. De bepalingen van deze afdeling zijn uitsluitend van toepassing op de verlening van rechtsbijstand aan een natuurlijk persoon in een grensoverschrijdend geschil op het terrein van het burgerlijk recht of het handelsrecht die zijn rechtmatige woonplaats of rechtmatige gewone verblijfplaats heeft in een andere lidstaat.
2. Onder een grensoverschrijdend geschil wordt verstaan een geschil waarbij op de dag van het indienen van de aanvraag om verlening van rechtsbijstand met het oog op de behandeling van de zaak in Nederland of de tenuitvoerlegging van de beslissing in die zaak in Nederland, de rechtzoekende zijn rechtmatige woonplaats of rechtmatige gewone verblijfplaats heeft in een andere lidstaat.
3. Om vast te stellen of een rechtzoekende woonplaats heeft in Nederland wordt Nederlands recht toegepast. Indien de rechtzoekende geen woonplaats heeft in Nederland, wordt voor de vaststelling of betrokkene een woonplaats heeft in een andere lidstaat het recht van die lidstaat toegepast.
1. Indien de bijzondere feitelijke of juridische ingewikkeldheid van het geval of de gelijkheid van de partijen dat vereist, kan, in afwijking van artikel 12, tweede lid, onder g, rechtsbijstand worden verleend.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing, indien de raad een toevoeging verleent op last van de rechter.
3. Rechtsbijstand behoeft niet te worden verleend, indien de rechtzoekende in het betrokken geschil daadwerkelijk toegang heeft tot andere regelingen voor de dekking van de kosten van rechtsbijstand alsmede de in artikel 23e bedoelde kosten.
4. Artikel 33, eerste lid, onder c, is niet van toepassing.
Ondanks de toepasselijkheid van de artikelen 34 en 35 wordt rechtsbijstand verleend of worden kosten, bedoeld in artikel 23e vergoed, indien de rechtzoekende aantoont dat hij niet in staat is de kosten van rechtsbijstand te dragen als gevolg van de verschillen in de kosten van levensonderhoud tussen de lidstaat waar hij zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft en Nederland.
1. Onverminderd de kosten die op grond van deze wet worden vergoed, worden de hierna te noemen kosten door de raad aan de rechtzoekende vergoed voorzover die rechtstreeks verband houden met het grensoverschrijdende karakter van het geschil en voorzover deze kosten voor rekening van de rechtzoekende komen en door de rechtzoekende zijn betaald:
a. de kosten van tolken, voorzover deze zijn geregistreerd in het kwaliteitsregister te 's-Hertogenbosch;
b. de kosten voor de vertaling door een beëdigde vertaler van de voor de afdoening van de zaak benodigde stukken die door de rechter of de raad worden verlangd en door de rechtzoekende worden overgelegd;
c. de reiskosten, voorzover bij het voorleggen van de zaak van de aanvrager de aanwezigheid van betrokkenen ter terechtzitting bij de wet of door de rechter geboden is en de rechter oordeelt dat de betrokkenen niet anderszins ten genoegen van de rechter kunnen worden gehoord, en
d. vijftig procent van het honorarium van personen die in opdracht van de rechter in de procedure optreden.
2. Voorzover mogelijk draagt de raad zorg voor de vertaling van de stukken, bedoeld in het eerste lid, onder b.
3. De hoogte van de vergoeding van de reiskosten, bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt berekend overeenkomstig artikel 25 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000.
4. De hoogte van de vergoeding van het honorarium van de personen, bedoeld in het eerste lid, onder a, b en d, wordt berekend overeenkomstig de Wet tarieven in burgerlijke zaken.
Onverminderd de toepasselijkheid van de bepalingen van deze wet, wordt in een grensoverschrijdend geschil ook rechtsbijstand verleend:
a. voor de tenuitvoerlegging van de beslissing van de rechter in de zaak die in Nederland is behandeld;
b. indien bij wet of door een rechterlijke uitspraak de rechtzoekende verplicht is van een buitengerechtelijke procedure gebruik te maken;
c. voor de tenuitvoerlegging van authentieke akten in Nederland;
1. De rechtzoekende dient de aanvraag om verlening van rechtsbijstand in bij de raad voor rechtsbijstand te 's-Gravenhage.
2. Bij ministeriële regeling wordt bepaald in welke taal of talen de aanvraag mag worden gedaan.
Indien in Nederland om erkenning, niet-erkenning of tenuitvoerlegging van een uitspraak van de rechter uit een andere lidstaat, wordt verzocht door een rechtzoekende die in een andere lidstaat dan Nederland zijn rechtmatige woonplaats of gewone verblijfplaats als bedoeld in artikel 23b, derde lid, heeft en van wie de hoofdzaak in een andere lidstaat dan Nederland is behandeld waarbij hij op grond van de richtlijn, genoemd in artikel 23i, eerste lid, rechtsbijstand heeft ontvangen zijn de artikelen 23c tot en met 23g van overeenkomstige toepassing.
Afdeling 2. Rechtzoekenden die wonen in Nederland
1. In het geval waarin de richtlijn van toepassing is, wordt aan de rechtzoekende, die op de dag van het indienen van de aanvraag om verlening van rechtsbijstand met het oog op de behandeling van de zaak in een andere lidstaat dan Nederland, zijn rechtmatige woonplaats of rechtmatige gewone verblijfplaats als bedoeld in artikel 23b, derde lid, in Nederland heeft, rechtsbijstand verleend totdat de aanvraag om verlening van rechtsbijstand in overeenstemming met voornoemde richtlijn is ontvangen door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de zaak verder zal worden behandeld.
2. Artikel 23b, derde lid, is van toepassing.
3. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, wordt rechtsbijstand uitsluitend niet verleend, indien de daartoe strekkende aanvraag kennelijk van elke grond is ontbloot.
4. De verlening van rechtsbijstand, bedoeld in het eerste lid, omvat uitsluitend de verlening van rechtsbijstand tijdens een spreekuur als bedoeld in artikel 19 of de verlening van een adviestoevoeging
5. De aanvraag om verlening van rechtsbijstand, bedoeld in het eerste lid, wordt gedaan bij de raad voor rechtsbijstand te 's-Gravenhage.
6. De raad, bedoeld in het vijfde lid, zendt de aanvraag binnen vijftien dagen nadat de aanvraag en de daarbij begeleidende stukken zijn vertaald naar de bevoegde autoriteit in de lidstaat waar de zaak zal worden behandeld, tenzij de rechtsbijstand op grond van het derde lid niet is verleend. De raad draagt zorg voor de vertaling van de aanvraag en van de vereiste begeleidende stukken zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag. De kosten van de vertaling komen voor rekening van de raad.
7. De rechtzoekende is geen kosten verschuldigd voor de handelingen van de raad, bedoeld in het zesde lid. Indien de bevoegde autoriteit in de lidstaat waar de zaak zal worden behandeld de aanvraag om verlening van rechtsbijstand afwijst, is de rechtzoekende de kosten van vertaling verschuldigd aan de raad.
Indien in Nederland om erkenning, niet-erkenning of tenuitvoerlegging van een uitspraak van de rechter uit een andere lidstaat, wordt verzocht door een rechtzoekende die in Nederland zijn rechtmatige woonplaats of rechtmatige gewone verblijfplaats als bedoeld in artikel 23b, derde lid, heeft en van wie de hoofdzaak in een andere lidstaat is behandeld waarbij hij op grond van de richtlijn rechtsbijstand heeft ontvangen, zijn de artikelen 23c tot en met 23g overeenkomstige toepassing.
Afdeling 3. Afstemming andere regelgeving
In het geval waarin de richtlijn van toepassing is, zijn de bepalingen in de afdelingen 1 en 2 van hoofdstuk IIIa van toepassing in afwijking van andere tussen Nederland en de lidstaten geldende overeenkomsten alsmede in afwijking van het Verdrag van 25 oktober 1980 inzake de toegang tot de rechter in internationale gevallen (Trb. 1989, 114).
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie a.i.,
Richtlijn | Wettelijke regeling (voorzover niet anders aangegeven wordt verwezen naar de Wet op de rechtsbijstand) |
---|---|
artikel 1, eerste lid | artikel 12 en hoofdstuk IIIa |
artikel 1, tweede lid | artikel 23b, eerste lid en 23h |
artikel 1, derde lid | artikel 23b, vierde lid en 23i, tweede lid |
artikel 2, eerste lid | artikel 23b, tweede lid |
artikel 2, tweede lid | artikel 23b, derde lid |
artikel 2, derde lid | artikel 23b, tweede |
artikel 3, eerste lid | artikel 12, tweede lid, onder d en e en artikel 23b, eerste lid |
artikel 3, tweede lid | artikel 12 Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 |
artikel 1, eerste lid, onder e en artikel 12 artikel 17 Wet tarieven in burgerlijke zaken | |
artikel 3, derde lid | artikel 23c |
artikel 12, tweede lid, onder g artikelen 6 en 8 van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria. | |
artikel 3, vierde lid | artikel 35 |
artikel 3, vijfde lid | artikel 31 en 33, onder a en d alsmede artikel 23c |
artikel 4 | artikel 1 Grondwet |
artikel 5, eerste lid | artikel 12, eerste lid, juncto artikel 1, eerste lid, onder f |
artikel 5, tweede lid | artikel 34 |
artikel 5, derde lid | artikel 34 en 35 |
artikel 5, vierde lid | artikel 23d |
artikel 5, vijfde lid | artikel 12, tweede lid, onder f en 23c, derde lid |
artikel 6, eerste lid | artikel 12, tweede lid, onder a |
artikel 3 van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria | |
artikel 6, tweede lid | artikel 12, tweede lid, onder a |
artikelen 1, onder b en c, 5, alsmede 12 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 | |
artikel 6, derde lid | artikel 12, tweede lid, onder b, d en e |
artikel 4 van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria | |
artikel 7 | artikel 23e |
artikel 8 | artikel 23h |
artikel 9, eerste lid | artikel 23f |
artikel 9, tweede lid | artikel 23h |
artikel 9, derde lid | artikel 1, eerste lid, onder e |
artikel 1 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 | |
artikel 9, vierde lid | artikel 1, eerste lid, onder e |
artikel 24 en artikel 1 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 | |
artikel 10 | artikel 23f |
artikel 11 | artikel 23f |
artikel 12 | artikel 23g en 23i, vijfde lid |
artikel 13, eerste lid | artikel 23g en 23i, vijfde lid |
artikel 13, tweede lid | artikel 23g en 23i, vijfde lid |
artikel 13, derde lid | artikel 23i, derde lid |
artikel 13, vierde lid | artikel 23i, zesde lid en 3:2 Awb |
artikel 13, vijfde lid | –- |
artikel 13, zesde lid | artikel 23i, zevende lid |
artikel 14, eerste lid | artikel 23g, eerste lid en 23i, vijfde lid |
artikel 14, tweede lid tot en met vijfde lid | –- |
artikel 15, eerste lid | –- |
artikel 15, tweede lid | artikel 3:46 Awb |
artikel 15, derde en vierde lid | artikel 4:5 en 7:1 en 8:1 Awb |
artikel 16 tot en met 19 | –- |
artikel 20 | artikel 23k |
artikel 21 tot en met 23 | –- |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29712-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.