nr. 60
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 oktober 2006
In het Wetgevingsoverleg van 29 mei jl. (kamerstuk 29 708, nr. 45)
met betrekking tot de Wet op het financieel toezicht (Wft) is gesproken over
het in die wet opgenomen regime voor waarborg- en garantiefondsen. Vanwege
het specifieke karakter van waarborg- en garantiefondsen, hun bijzondere doelstelling
en maatschappelijke rol is in de Wft een eigen regime voor de in die wet omschreven
fondsen geïntroduceerd (Kamerstukken II 2005/2006, 29 708, nr. 41,
blz. 24 en 25). Dit regime houdt in dat het verboden is om in Nederland
op te treden als waarborg- of garantiefonds zonder een vergunning voor de
uitoefening van het bedrijf van schadeverzekeraar. Het verbod geldt niet voor
fondsen die onder overheidstoezicht staan, een overheidsgarantie hebben of
binnen beperkte kring waarborgen of garanties aanbieden (bijvoorbeeld personeelsfondsen).
Daarnaast is de mogelijkheid opgenomen om in de Vrijstellingsregeling Wft
vrijstelling te regelen van het verbod.
In het Wetgevingsoverleg heb ik toegezegd dat ik bij de Vrijstellingsregeling
Wft in zal gaan op de markt en de omvang van de waarborg- en garantiefondsen
in Nederland. Een onderzoek hiernaar vereist specialistische kennis. Daarvoor
heb ik een inventariserend onderzoek laten uitvoeren door SEO Economisch Onderzoek.1 Conform de motie Bakker c.s. (Kamerstukken II 2004/2005,
30 105, nr. 16) bericht ik u dat de kosten van het onderzoek € 38 592,50
incl. BTW bedroegen.
Hierbij bied ik u de resultaten van het genoemde onderzoek aan. Hierna
ga ik in op deze resultaten en de vrijstelling die ik op grond daarvan voornemens
ben op te nemen in de Vrijstellingsregeling Wft.
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat er in Nederland rond de
100 waarborg- en garantiefondsen actief zijn die onder het verbod van de Wft
vallen zonder dat één van de genoemde wettelijke uitzonderingen
van de Wft van toepassing is.
Hoewel uit het onderzoek blijkt dat waarborg- en garantiefondsen in verschillende
modaliteiten voorkomen en in verschillende sectoren optreden, zijn er enkele
relevante karakteristieken te noemen. Het grootste deel van de fondsen is
al geruime tijd actief op de markt, meestal langer dan 10 jaar. Er zijn de
afgelopen jaren weinig nieuwe toetreders geweest. Ongeveer de helft van alle
fondsen keert zelden een compensatiebedrag uit. Het aantal gedupeerden waaraan
een compensatiebedrag wordt uitgekeerd, is over het algemeen zeer beperkt
(meestal één gedupeerde per gebeurtenis). Fondsen die waarborgen
aanbieden die ten gunste komen van consumenten doen dit meestal voor beperkte
bedragen. Ten aanzien van veel fondsen kan worden geconcludeerd dat een eventuele
insolventie van deze fondsen beperkte gevolgen zal hebben voor de betrokken
begunstigden. Daarentegen brengt een verzekeringsvergunning administratieve
lasten met zich.
Mede gelet op de resultaten van het onderzoek zal ik een vrijstelling
opnemen waarbij de administratieve lasten beperkt blijven voor waarborg- en
garantiefondsen waarvoor, gelet op de professionaliteit van de begunstigde
van de waarborg of garantie geen vergaande bescherming nodig is. Concreet
betekent dit dat ik een vrijstelling zal opnemen die geldt voor fondsen die
waarborgen of garanties aanbieden die (uiteindelijk) ten gunste komen aan
rechtspersonen. Van rechtspersonen kan worden verwacht dat zij, wanneer zij
een waarborg of garantie van een dergelijk fonds krijgen, begrijpen dat dit
niet een onder toezicht staande instelling betreft. Ook zal ik een vrijstelling
onder een voorwaarde opnemen voor fondsen die waarborgen aanbieden die (uiteindelijk)
ten gunste komen aan consumenten. Voor deze categorie fondsen is, vanuit het
oogpunt van consumentenbescherming, de voorwaarde gesteld dat de aangeboden
waarborgen of garanties een verplichting van minder dan € 10 000
per waarborg of garantie vertegenwoordigen. De vrijstelling bevestigt overigens
dat de vrijgestelde fondsen niet tot doel hebben het maken van winst.
De artikelen van de Vrijstellingsregeling Wft met betrekking tot de vrijstelling
voor waarborg- en garantiefondsen zijn geconsulteerd onder de respondenten
van het onderzoek, de overige marktpartijen en De Nederlandsche Bank. In de
toelichting bij de Vrijstellingsregeling zal ik op de reacties ingaan. De
Vrijstellingsregeling Wft zal naar verwachting in november worden gepubliceerd
in de Staatscourant.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Financiën,
G. Zalm
Bijlage:1
– Onderzoeksrapport SEO Economisch Onderzoek «Waarborg- en
garantiefondsen»