29 689 Herziening Zorgstelsel

Nr. 924 MOTIE VAN HET LID VAN KOOTEN-ARISSEN

Voorgesteld 4 juli 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat borstvoeding een scala aan ziektes en gezondheidsklachten voorkomt, bij kind én moeder, op lange en korte termijn;

constaterende dat het Zorginstituut stelt dat kraamzorg in het basispakket thuishoort vanwege onder andere het helpen op gang brengen van borstvoeding, en daarmee voldoet aan het criterium in de Zorgverzekeringswet van verantwoorde en adequate zorg en diensten;

constaterende dat het Nationaal Platform Borstvoeding en de Landelijke Borstvoedingsraad concluderen dat vrouwen niet alleen tegen problemen aanlopen bij het geven van borstvoeding in de eerste periode waarin zij intensieve kraamzorg krijgen, maar juist ook in de periode daarna en dat tijdige lactatiekundige hulp ervoor zorgt dat vrouwen niet vroegtijdig stoppen met het geven van borstvoeding, zoals nu bij 65% van de moeders het geval is;

constaterende dat begeleiding bij flesvoeding, in tegenstelling tot begeleiding bij borstvoeding, wel wordt vergoed vanuit het basispakket en het kind hierbij zorgvrager is;

overwegende dat begeleiding bij borstvoeding alleen vergoed wordt vanuit de aanvullende zorgverzekering van de moeder en dat hierdoor met name de lage inkomensgroepen minder toegang hebben tot goede begeleiding;

verzoekt de regering, lactatiekundige zorg en bijbehorende hulpmiddelen op te nemen in het basispakket met het kind als zorgvrager,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Kooten-Arissen

Naar boven