29 689
Herziening Zorgstelsel

nr. 91
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2006

Conform mijn toezegging in het AO van 27 april 2006 informeer ik u middels deze brief over de stand van zaken in het declaratieverkeer tussen huisartsen en zorgverzekeraars. Tevens beschrijf ik de afspraken die partijen op 12 mei jl. hebben gemaakt om resterende problemen in het declaratieverkeer op te lossen.

Zodra begin 2006 bleek dat er knelpunten ontstonden in het declaratieverkeer heb ik de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) bijeen geroepen. Partijen zijn vanaf dat moment in overleg om te voorkomen dat de huisarts in liquiditeitsproblemen zou komen en om op korte termijn een optimaal functionerend declaratieverkeer te realiseren. De veegploeg is hard aan de slag gegaan met het inventariseren van knelpunten in het declaratieverkeer en het waar mogelijk oplossen van concrete problemen bij huisartsen en verzekeraars. Hierbij is overigens gebleken dat er sprake van een grote schoonmaak, waarbij oude bestanden opgeschoond worden en technische verbeteringen plaatsvinden, zelfs ten opzichte van de situatie voor de invoering van het nieuwe zorgstelsel.

Afspraken 12 mei

Op 12 mei heeft een bestuurlijk overleg plaatsgevonden, waarin partijen onder leiding van mevrouw Vogelaar constructief hebben gesproken over de stand van zaken en mogelijke oplossingen om een optimaal functionerend declaratieverkeer te realiseren. Partijen hebben een aantal afspraken gemaakt, waarvan de belangrijkste zijn:

• Partijen hebben het belang van de in februari gemaakte gezamenlijke afspraken over bevoorschotting nog eens onderstreept.

• De veegploeg inventariseert deze week welke verzekeraars nog onvoldoende presteren. VWS en ZN zullen gezamenlijk de betreffende verzekeraars benaderen en ze wijzen op de noodzaak om vanaf 1 juli declaraties te kunnen verwerken en betalen.

• Vanaf 1 juli 2006 wordt er gedeclareerd. Met ingang van het derde kwartaal vindt er geen bevoorschotting meer plaats, mits er sprake is van een vlot verlopend declaratieverkeer.

• Indien de huisarts na 1 juli nog niet in staat is om te declareren, zijn liquiditeitsproblemen een eigen verantwoordelijkheid. Uiteraard kan de huisarts wel rekenen op hulp van zijn brancheorganisatie.

• Indien declareren vanaf 1 juli voorspoedig verloopt, kan vanaf 1 augustus begonnen worden met de verrekening van het verleende voorschot.

• Zoals in februari is afgesproken, wordt in het lokaal overleg afgesproken op welke wijze de verleende voorschotten verrekend of terugbetaald worden. Wel zal de veegploeg, ter ondersteuning van het lokaal overleg, een voorbeeld werkproces beschrijven.

• Reeds uitbetaalde declaraties worden onderling verrekend door alle zorgverzekeraars.

• Tot slot hebben partijen afspraken gemaakt over monitoring van het Vogelaar akkoord.

Fa-med

Partijen hebben ook gesproken over de financiële situatie van factureringsmaatschappij Fa-med. Hoewel Fa-med een private zelfstandige onderneming is, hebben partijen geconcludeerd dat niemand gebaat is bij financiële problemen van de huisartsen die zijn aangesloten bij Fa-med. De brancheorganisaties, de veegploeg, individuele verzekeraars en VECOZO hebben allen contact opgenomen met Fa-med en bereidheid getoond om te helpen. De problemen lijken echter ook bij Fa-med zelf te liggen. Zo worden declaratiebestanden niet altijd correct ingediend en derhalve automatisch afgewezen. Partijen zijn van mening dat, indien Fa-med de geëigende maatregelen neemt zoals andere factureringsmaatschappijen dat ook hebben gedaan, verzekeraars zich postiever op zullen stellen over bevoorschotten.

Informatie

In het AO van 27 april heb ik u tevens toegezegd u te zullen informeren over de meldingen die binnen komen bij de veegploeg en welke oplossingen gevonden zijn voor deze meldingen. In de bijlage1 bij deze brief vindt u een rapportage van de veegploeg, waarin de stand van zaken wordt weergegeven. Ik merk op dat het enige punt waarover in de veegploeg geen overeenstemming is bereikt (onderdeel 4 in de tabel), in het kwartaaloverleg van 12 mei is beslecht.

Ik hoop u zo voldoende geïnformeerd te hebben.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven