29 689 Herziening Zorgstelsel

Nr. 482 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 november 2013

Naar aanleiding van berichtgeving «Oudere betaalt meer voor aanvullende verzekering» (RTL Nieuws, 5 november jl.) heeft mevrouw Leijten gevraagd om een schriftelijke reactie over dit onderwerp. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek.

RTL Nieuws constateert dat een aantal zorgverzekeraars verschillende premies hanteert voor verschillende leeftijden, terwijl de dekking van deze pakketten gelijk is.

Verzekeraars hebben bij de aanvullende verzekeringen de mogelijkheid om premies te differentiëren. De premiestelling en het beleid voor marktsegmentatie op de aanvullende verzekering behoren tot de eigen bevoegdheden van de verzekeraar. De Europese richtlijnen schadeverzekering verbieden het om verzekeringsondernemingen te onderwerpen aan wettelijke voorschriften over acceptatie, verzekeringsdekking en premiestelling. Voor de basisverzekering is afwijking van dit verbod, voor zover dat noodzakelijk is ter bescherming van het algemeen belang toegestaan. Voor de aanvullende verzekering geldt dit echter niet.

Jongeren maken minder gebruik van zorg en hebben dus substantieel lagere kosten. Dit kostenverschil wordt voor een deel weerspiegeld in de premies voor de aanvullende verzekeringen van twee verzekeraars.

Dat neemt niet weg dat er ook bij de premies van deze aanvullende verzekeringen nog steeds sprake is van solidariteit tussen jongere en oudere verzekerden. Het toepassen van een zekere mate van leeftijdsdifferentiatie kan mijn inziens ook bijdragen aan het in stand houden van die solidariteit. De NZa heeft geconstateerd dat minder verzekerden een aanvullende verzekering afsluiten. Dit zullen naar verwachting vooral de betere risico’s c.q. overwegend jongere verzekerden zijn. Met een lagere premie voor jongeren wordt beoogd om hen te behouden voor de markt van de aanvullende verzekering. De premie-inkomsten van deze jongere verzekerden zijn juist nodig om de premies voor de ouderen op met name de meer uitgebreide aanvullende verzekeringen te matigen. Voor de werking van het stelsel is het van belang dat er transparantie is over het premiebeleid voor de aanvullende verzekering. In antwoorden op eerdere Kamervragen van mw. Leijten en dhr. Van Gerven (Aanhangsel Handelingen II 2012/13, nr. 564, 14 november 2012) heb ik aangegeven dat de Nza de ontwikkelingen rondom doelgroepenbeleid (waaronder het aantrekken van bepaalde groepen verzekerden via een aanvullende verzekering) nauwgezet in de gaten houdt. Ook monitort de NZa de ontwikkelingen rondom de aanvullende verzekering via de «Marktscan Zorgverzekeringsmarkt».

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven