Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 april 2013
Naar aanleiding van het ordedebat op 27 februari jongstleden (kenmerk 2013Z03810) heeft u mij verzocht uw Kamer te informeren over de meest actuele financiële resultaten
van zorgverzekeraars over 2012 en over mijn standpunt daarbij.
De exacte omvang van het financiële resultaat op de basisverzekering is op dit moment
nog niet bekend. Tot op heden zijn namelijk alleen de jaarcijfers van Achmea bekend.
De meeste zorgverzekeraars zullen hun jaarcijfers 2012 in mei of juni publiceren.
De eerste inzichten op basis van voorlopige cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB)
wijzen uit dat zorgverzekeraars gezamenlijk over 2012 een fors positief financieel
resultaat hebben behaald. Dat stemt op zichzelf tot tevredenheid. Tegelijkertijd is
het maatschappelijke draagvlak voor ons zorgverzekeringsstelsel erbij gebaat als de
bedrijfsresultaten van zorgverzekeraars in structurele zin niet hoger zijn dan noodzakelijk
voor een adequate bedrijfseconomische gezondheid, en eventuele meeropbrengsten zoveel
mogelijk ten goede komen aan de premiebetaler.
Financiële resultaten
DNB komt voor 2012 tot een voorlopig resultaat voor de hele zorgverzekeringssector
van € 1,4 miljard. Het resultaat op de basisverzekering bedraagt bijna € 1,3 miljard
en op de aanvullende verzekering ruim € 0,1 miljard. Over 2011 hebben de zorgverzekeraars
een resultaat van respectievelijk bijna € 0,5 miljard en ruim € 0,1 miljard behaald
op deze verzekeringen.
DNB geeft aan dat er drie redenen zijn voor dit forse financieel resultaat.
Ten eerste hebben zorgverzekeraars bij de vaststelling van de nominale premie 2012
rekening gehouden met een verhoging van de vereiste solvabiliteit van 9 naar 11% van
de schade. Door de afschaffing van de macronacalculatie nam de risicodragendheid van
zorgverzekeraars fors toe. Daarenboven ging de vereiste solvabiliteit omhoog omdat
zorgverzekeraars door de afschaffing van de hogekostencompensatie per 2012, deze hoge
kosten niet meer als herverzekering in mindering mochten brengen op de schade. Met
de afschaffing van deze ex post compensaties wordt beoogd de financiële prikkels voor
doelmatige zorginkoop te versterken. Consequentie is dat zorgverzekeraars meer risico
lopen en daarmee een hoger bedrag aan solvabiliteit moeten aanhouden.
Tweede reden voor het positieve financiële resultaat in 2012 is dat de zorguitgaven
– met name de extramurale farmaceutische zorg – lager uitvallen dan geraamd. Zorgverzekeraars
geven aan dat ook een gematigde groei van de kosten van medisch-specialistische zorg
bijdraagt aan een positiever resultaat. In de voorjaarsnota zal ik u nader informeren
over de hoogte en de oorzaken van deze meevallers.
Een derde reden zijn meevallende opbrengsten van beleggingen.
Reactie
De zorgverzekeraars zullen vermoedelijk een fors resultaat behalen over 2012. Dit
lag in de lijn der verwachting, aangezien de eisen voor de financiële reserves in
2012 zijn verhoogd en de zorgverzekeraars hun premies daarop hebben aangepast. De
lagere zorguitgaven vormen een tweede verklaring en de beleggingsopbrengsten een derde.
De aanwezige solvabiliteit is gegroeid naar bijna € 6,7 miljard. Gesteld kan worden
dat de zorgverzekeraars een solide solvabiliteitspositie hebben.
Ik ga er vanuit dat door de forse verhoging van de risicodragendheid in 2012 het financiële
resultaat in dat jaar eenmalig hoog was. Ik constateer dat zorgverzekeraars in 2013
de premie hebben verlaagd. Ik ondersteun deze lijn van premieteruggave van harte.
Ik vind het van belang dat voor de verzekerden zichtbaar is hoe hun zorgverzekeraar
omgaat met behaalde positieve financiële resultaten.
Vanuit de gedachte dat we allemaal werken aan een kwalitatief goede, maar vooral ook
betaalbare zorg is verlaging van de premie, als het voorgaande jaar veel is overgehouden,
een volstrekt logische en ook wenselijke stap. Ik roep de zorgverzekeraars daartoe
dan ook op.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers