29 689 Herziening Zorgstelsel

Nr. 328 MOTIE VAN HET LID VAN DER VEEN

Voorgesteld 30 juni 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het kabinet voornemens is, per 2012 de macronacalculatie en in de periode 2012–2015 de overige ex post-mechanismen af te schaffen en het voorliggende ontwerpbesluit feitelijk de volledige afschaffing van de ex post compensatie faciliteert;

overwegende, dat deze afschaffing, in combinatie met de voorgestelde liberaliseringmaatregelen, tot grote financiële onzekerheid bij zorgverzekeraars leidt en dit mede door aangescherpte eisen van DNB waarschijnlijk een substantieel premieopdrijvend effect heeft;

overwegende, dat na het zomerreces de eerste verplichte vijfjaarsevaluatie, in overeenstemming met het Besluit zorgverzekeringswet en daartoe opgeroepen door de motie Gerbrands c.s. (29 248, nr. 192) en de motie Van der Veen c.s. (29 248, nr. 148) wordt gepubliceerd;

overwegende, dat de betreffende vijfjaarsevaluatie de eerste kwantitatieve analyse van de risicoverevening is en daarmee een unieke inkijk geeft in de financiële uitkomsten van de huidige ex post compensatiemechanismen bij de verschillende zorgverzekeraars, afhankelijk van de opbouw en grootte van hun verzekerdenbestand;

verzoekt de regering in lijn met de motie-Gerbrands c.s. (29 248 nr. 192), pas in september 2011 de beslissing te nemen over het ontwerpbesluit risicoverevening, waardoor regering en Kamer in staat worden gesteld, de nieuwe kennis uit de verplichte vijfjaarsevaluatie in hun beoordeling mee te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Veen

Naar boven