29 689
Herziening Zorgstelsel

nr. 162
MOTIE VAN HET LID VAN GERVEN

Voorgesteld 14 november 2007

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat bij de overheveling van de curatieve ggz van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten met premieheffing naar draagkracht en een gegarandeerd recht op zorg naar de Zorgverzekeringswet de solidariteit tussen mensen wordt aangetast;

overwegende, dat in de Zorgverzekeringswet het risico op betalingsproblemen bij patiënten fors toeneemt met alle nadelige consequenties voor zowel de patiënt als de samenleving;

overwegende, dat de overheveling gepaard gaat met de invoering van de diagnose-behandelingcombinaties op basis waarvan de marktwerking en concurrentie in de geestelijke gezondheidszorg moeten worden bevorderd;

constaterende, dat dit leidt tot een nieuwe verantwoordingsbureaucratie gepaard gaande met hoge kosten waardoor in de ggz-sector weinig draagvlak bestaat voor de invoering van de diagnose-behandelingcombinaties;

overwegende, dat de hoge administratieve lasten kunnen leiden tot vermindering van het zorgaanbod en afname van de keuzevrijheid van patiënten door faillissementen van zorgaanbieders of doordat zorgaanbieders vanwege deze bureaucratie stoppen met het uitoefenen van hun beroep;

overwegende, dat marktwerking ertoe kan leiden dat zorgverzekeraars te weinig geestelijke zorg inkopen en/of tegen een te lage prijs waardoor de kwaliteit en de toegankelijkheid in het gedrang kunnen komen;

constaterende, dat de ervaringen in landen als de Verenigde Staten laten zien dat marktwerking leidt tot kostenexplosies in de zorg;

spreekt uit, dat de overheveling van de curatieve ggz naar de Zorgverzekeringswet met de introductie van marktwerking en de invoering van de diagnose-behandelingcombinaties onwenselijk is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Gerven

Naar boven