29 689 Herziening Zorgstelsel

Nr. 1206 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Ontvangen ter Griffie op 30 juni 2023.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling is aan de Kamer overgelegd tot en met 25 september 2023.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 26 september 2023.

Bij deze termijn is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2023

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de wijze waarop kosten van medisch-specialistische zorg in mindering worden gebracht op het verplicht eigen risico. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting.

In de nota van toelichting (hoofdstuk 3c) doe ik tevens gestand aan de toezegging, zoals gedaan in de hoofdlijnenbrief over deze maatregel d.d. 19 januari jongstleden1, om te verkennen of de maatregel ook van meerwaarde is voor andere sectoren.

De voorlegging geschiedt ter uitvoering van de voorhangprocedure die is opgenomen in artikel 124 van de Zorgverzekeringswet en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan 4 weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Daarvan dienen minstens drie weken buiten het reces te liggen. Met het oog daarop verzoek ik uw Kamer uw eventuele reactie op het concept besluit uiterlijk 25 september 2023 uit te brengen.

Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het ontwerpbesluit met ingang van 2025. Omdat de zorgverzekeraars ongeveer een jaar invoeringstermijn nodig hebben, betekent dit dat ik het besluit rond 1 januari 2024 in het Staatsblad wil plaatsen.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
1

Kamerstuk 29 689, nr. 1178.

Naar boven