Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 januari 2021
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij verzocht een reactie
te geven op een ingezonden brief van de P. d. B. te N. d.d. 13 november 2020 aangaande
verhoging van de zorgpremie.
In de brief schrijft de briefschrijver over zijn dochter, voor wie de premie in 2021
met 18,35 euro stijgt. Dit strookt volgens de briefschrijver niet met het eerder geschetste
beeld dat de premie vijf tot zes euro zou stijgen.
Elk jaar maakt het kabinet in de begroting een inschatting van de verwachte, gemiddelde
premie voor de zorgverzekering voor het volgende jaar. Voor 2021 raamde het kabinet
in de begroting een premiestijging van gemiddeld 59 euro per jaar, oftewel een stijging
van gemiddeld circa 5 euro per maand. Zorgkosten, en dus ook de zorgpremie, stijgen
elk jaar door onder andere loon- en prijsstijgingen, extra zorg als gevolg van vergrijzing,
nieuwe en betere behandelingen en medicijnen die het basispakket zijn ingestroomd.
De door het kabinet geraamde premie in de begroting is echter niet de daadwerkelijke
premie die verzekerden uiteindelijk in het volgende jaar voor hun basisverzekering
betalen. Het is namelijk aan de zorgverzekeraars zelf om de premie van hun polissen
vast te stellen en het kabinet maakt hier een inschatting van. De raming in de begroting
wijkt daarom altijd af van de daadwerkelijke premie.
Daarnaast betreft de geraamde premie in de begroting nadrukkelijk een gemiddelde van
de verschillende zorgpremies voor de basisverzekering. Onderliggend bestaan er aanzienlijke
verschillen in de premies tussen verschillende polissen en zorgverzekeraars. Deze
verschillen worden veroorzaakt door bijvoorbeeld verschillen in het servicelevel dat
de zorgverzekeraar biedt en de keuzevrijheid ten aanzien van zorgaanbieders. Daarnaast
maakt elke verzekeraar haar eigen inschatting ten aanzien van bijvoorbeeld verwachte
zorgkosten en uitvoeringskosten. Daardoor kan ook de premieontwikkeling van jaar op
jaar verschillen tussen verschillende polissen en zorgverzekeraars. Indien een verzekerde
ook een aanvullende verzekering heeft bovenop de basisverzekering, kan de daadwerkelijke
premie die betaald wordt voor de totale zorgverzekering verder afwijken van de geraamde
premie. De geraamde premie betreft namelijk een gemiddelde van de verschillende premies
voor de basisverzekering. Premies voor de aanvullende verzekering worden hierin niet
meegewogen. Een stijging van de premie voor een aanvullende verzekering is een inschatting
van de individuele zorgverzekeraar, die veroorzaakt kunnen worden door veranderingen
in de pakketkeuze of polisvoorwaarden.
Gegeven de verschillen in de (premies van) polissen heeft iedere verzekerde aan het
einde van het kalenderjaar de mogelijkheid om de best passende basisverzekering en
desgewenst aanvullende verzekering te kiezen.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark