29 689 Herziening Zorgstelsel

Nr. 1091 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Ontvangen ter Griffie op 6 januari 2021.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling is aan de Kamer overgelegd tot en met 3 februari 2021.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 4 februari 2021.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 januari 2021

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de invoering van het vereveningscriterium DKG’s en van maatregelen voor het vereveningsjaar 20211. Met dit ontwerpbesluit worden de benodigde wijzigingen in de regelgeving aangebracht met het oog op de risicoverevening in 2021 (en daarna). Ik heb uw Kamer over de definitieve vormgeving van de risicoverevening 2021 geïnformeerd bij brief van 21 september2. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de bijbehorende nota van toelichting3.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 124 van de Zorgverzekeringswet) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Die termijn valt voor ten minste drie weken buiten een reces van uw Kamer.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Kamerstuk 29 689, nr. 1078.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven