29 684
Waddenzeebeleid

nr. 81
MOTIE VAN HET LID JACOBI C.S.

Voorgesteld 9 maart 2010

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat containerschepen een risico op onveilige situaties en (natuur)ongevallen vormen door hun route boven en dicht bij de Waddeneilanden;

constaterende, dat Nederland in maart deelneemt aan een trilaterale regeringsconferentie over de Waddenzee;

overwegende, dat vanuit het project Lashing@Sea van onderzoeksinstituut Marin blijkt dat de verschillende standaarden en onduidelijke richtlijnen voor het zekeren van zeecontainers een van de redenen voor het overboord vallen van zeecontainers is;

overwegende, dat het onderzoek van Marin heeft aangetoond dat het zogenaamde wringen van de schepen tijdens de vaart, een negatief effect heeft op de verankering van containers aan dek van schepen;

overwegende, dat een van de aanbevelingen vanuit Lashing@Sea is dat er een eensluidende interpretatie van internationale richtlijnen ontbreekt en dat hierdoor vele verschillende standaarden voor het zekeren van lading naast elkaar worden gebruikt;

overwegende, dat het overboord slaan van containers een onaanvaardbaar risico voor het zeemilieu en de veiligheid op zee met zich meebrengt;

verzoekt de Nederlandse regering om in vervolg op de aanbevelingen van Marin en Lashing@Sea het voortouw te nemen om internationaal tot eensluidende standaarden te komen op het gebied van het zekeren van containers,

en gaat over tot de orde van de dag.

Jacobi

Roefs

Wiegman-van Meppelen Scheppink

Neppérus

Polderman

Naar boven