29 684 Waddenzeebeleid

33 529 Gaswinning

Nr. 273 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2024

Hierbij stuur ik uw Kamer ter informatie het Gebruiksruimtebesluit voor de gas- en zoutwinning onder de Waddenzee. Het besluit, dat in de Staatscourant gepubliceerd wordt, geldt met terugwerkende kracht sinds 1 januari 2024 tot en met 1 januari 2029.

Uit het wetenschappelijke advies van 31 januari 2024 blijken nieuwe zeespiegelscenario’s voor de Waddenzee.1 Die nieuwe scenario’s geven aanleiding tot een beperking van de gebruiksruimte voor gas- en zoutwinning op de Waddenzee. Op basis van dit wetenschappelijke advies heb ik dit nieuwe Gebruiksruimtebesluit vastgesteld.

Met dit besluit worden mijnbouwactiviteiten in de Waddenzee nader beperkt binnen het «hand aan de kraan»-principe.2 De aangepaste gebruiksruimte geldt voor de al bestaande gaswinning door NAM en zoutwinning door Frisia Zout B.V. in de Waddenzee en is ook van toepassing op de in behandeling zijnde winningsplannen.

Binnen zes maanden na het onherroepelijk worden van dit besluit zullen NAM en Frisia Zout B.V. hun meet- en regelprotocol voor de winning moeten actualiseren volgens dit besluit. Daarmee moeten zij aantonen dat de winning binnen de bijgestelde gebruiksruimte blijft.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

Kamerstuk 33 529, nr. 262. Expertgroep bestaande uit KNMI, Deltares, NIOZ, TNO-Geologische Dienst Nederland, TU Delft, en Universiteit Utrecht. Advies beleids- en richtscenario relatieve zeespiegelstijging Waddenzee 2024–2050. 31 januari 2024.

X Noot
2

Het «hand aan de kraan»-principe houdt in dat vanuit deze velden slechts gas of zout mag worden gewonnen, zolang de snelheid van bodemdaling als gevolg van deze winning de toegestane veilige gebruiksruimte niet overschrijdt.

Naar boven