Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 december 2020
Het Waddengebied spreekt nationaal en internationaal tot de verbeelding. Met recht
een gebied waarop we trots mogen zijn in Nederland. Met als parel het UNESCO Werelderfgoed
Waddenzee samen met Duitsland en Denemarken. Het Waddengebied verdient onze blijvende
aandacht en bescherming.
De afgelopen jaren hebben we samen met de provincies, gemeenten, waterschappen, natuurorganisaties
en het bedrijfsleven in het Waddengebied gewerkt aan de Agenda voor het Waddengebied
2050 (hierna: Agenda). Bij deze bieden wij uw Kamer de Agenda aan1. Deze Agenda is door een brede groep aan betrokken partijen opgesteld. De Agenda
biedt een gezamenlijk richtinggevend en integraal perspectief op de ontwikkeling van
het Waddengebied. Met elkaar hebben we een belangrijke mijlpaal gezet om te komen
tot een zorgvuldige en gecoördineerde aanpak met als doel een betere bescherming van
de Waddenzee.
De hoofddoelstelling voor de Waddenzee, «een duurzame bescherming en ontwikkeling
van de Waddenzee als natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap», en
de doelstelling voor het Waddengebied, «veilig, vitaal en veerkrachtig in 2050», zijn
met de Nationale Omgevingsvisie2 verankerd op Rijksniveau. Het verankeren alleen is niet voldoende. Het behalen van
deze doelstellingen vraagt om een gezamenlijke inzet van alle betrokken partijen in
het gebied. Het vraagt ook om keuzes. Keuzes die zullen voortkomen uit de strategieën
zoals opgenomen in de Agenda en verder zullen moeten worden uitgewerkt in het kader
van het Uitvoeringsprogramma Waddengebied 2021–2027 (hierna: Uitvoeringsprogramma).
We vertrouwen erop dat met de Agenda een goede basis is gelegd waardoor partijen op
een open en constructieve wijze hierover het gesprek met elkaar aangaan en gezamenlijk
de uitdagingen oppakken. De Agenda is uiteraard niet tot 2050 in beton gegoten, het
is een levend document waarmee kan worden ingespeeld op actuele ontwikkelingen en
nieuwe inzichten.
In de Agenda is reeds een doorkijk opgenomen naar het Uitvoeringsprogramma. De komende
periode gaan wij met partijen verder in gesprek om invulling te geven aan het Uitvoeringsprogramma.
Dat partijen aan de slag willen met concrete maatregelen, blijkt wel uit de reacties
die we hebben ontvangen in het kader van de bestuurlijke en internetconsultatie op
de ontwerp-Agenda. In bijgevoegde Nota van Antwoord3 zijn de ontvangen reacties en de antwoorden hierop gebundeld. Het is belangrijk om
het Uitvoeringsprogramma op te stellen en uit te werken met betrokkenen in het gebied
en met aandacht voor de zorgpunten. Of het nu gaat om de visserij, landbouw, havens
en recreatie en toerisme, we hebben allemaal baat bij een veilig, vitaal en veerkrachtig
Waddengebied.
In het Bestuurlijk Overleg Waddengebied Rijk-Regio is afgesproken om komende zomer
het Uitvoeringsprogramma met elkaar te bespreken. Parallel aan het opstellen van het
Uitvoeringsprogramma zal, in lijn met de motie van de leden Remco Dijkstra en Geurts4, worden gestart met een brede impactanalyse om zo de effecten op ecologie en economie
in balans met elkaar te kunnen afwegen. De impactanalyse zal worden opgesteld met
de bij het Uitvoeringsprogramma betrokken partijen. Mocht uit de impactanalyse dan
wel uit de uitwerking van de acties blijken dat onvoldoende (kosten)effectief wordt
bijgedragen aan het realiseren van de doelstellingen, dan zullen de Agenda en het
Uitvoeringsprogramma in overleg met de betrokken partijen worden aangepast. De Kamer
zal hierover worden geïnformeerd.
Begin volgend jaar is de Toogdag Waddengebied. Met de ondertekening van de instemmingverklaring
van de Agenda tijdens deze dag door bestuurders én stakeholders, laten de partijen
zien de doelen en ambities van de Agenda te onderschrijven en mee te willen werken
aan een verdere uitwerking en doorwerking. Hiermee wordt de maatschappelijke basis
onder de Agenda én het Uitvoeringsprogramma verbreed. Wij kijken ernaar uit om tijdens
de Toogdag op 3 februari 2021 de bestuurders en stakeholders – digitaal – te spreken
en met hen de volgende stap(pen) te kunnen zetten. Stappen die nodig zijn zodat wij
nog lang met elkaar kunnen en mogen genieten van dit unieke deel van Nederland.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten