29 684 Waddenzeebeleid

Nr. 110 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 januari 2014

In 1982 hebben Duitsland, Denemarken en Nederland afgesproken om samen te werken op het gebied van de Bescherming van de Waddenzee. Deze trilaterale samenwerking duurt inmiddels 32 jaar. Om deze samenwerking te bestendigen, vindt er iedere drie à vier jaar een Regeringsconferentie plaats.

Op 5 februari 2014 vindt de 12de Trilaterale Regeringsconferentie over de bescherming van de Waddenzee plaats in Tønder te Denemarken. Tijdens deze Regeringsconferentie wordt teruggekeken hoe de samenwerking tot nu toe verloopt, waar dit beter kan of bijstelling behoeft, maar ook om de verschillen van inzicht open met elkaar te bespreken en op deze manier inzicht te krijgen in elkaars afwegingen en belangen. Het gezamenlijke belang is om tot een betere bescherming van de Waddenzee te komen.

Om dat te onderstrepen tekenen tijdens deze conferentie de verantwoordelijke bewindspersonen van Denemarken, Duitsland en Nederland een Ministeriële Verklaring. Bij deze brief treft u de meest recente versie van de concept-Ministeriële Verklaring van Tønder aan1. Bij de Verklaring horen een aantal bijlagen waarin een nadere uitwerking wordt gegeven aan diverse thema’s uit de Verklaring.

Consultatie van de concept-Verklaring en Bijlagen

In de aanloop naar de trilaterale Regeringsconferentie zijn de concept-teksten van de Regeringsverklaring en bijlagen in verschillende bestuurlijke gremia en stakeholdersoverleggen besproken. De belangrijkste zijn het Regionaal College Waddengebied (RCW), de Nederlandse delegatie van de Wadden Sea Board met daarin vertegenwoordigers vanuit de provincies, gemeenten en van de Ministeries van I&M en EZ en het trilaterale Wadden Sea Forum. Daarnaast is de inzet, anders dan in voorgaande jaren, dat op de conferentie zelf twee bijlagen door de betrokken stakeholders en regionale partijen worden mede-ondertekend. Het betreft de Strategie voor Duurzaam Toerisme in de Waddenzee en de Visie Waddenzee Vogeltrekroute. Op deze wijze wordt meer draagvlak verkregen bij de betrokken partijen voor de Verklaring en de daarin gemaakte afspraken. De aanvankelijke ambitie om ook de Strategie Werelderfgoed en de Strategie voor Duurzame Visserij op de conferentie te laten mede-ondertekenen, bleek in de tijd niet haalbaar.

Over de Strategie voor Duurzame Visserij lopen op dit moment de onderhandelingen nog. De ondertekening van de Strategie Werelderfgoed wordt uitgesteld tot juni 2014 als het Deense deel van de Waddenzee naar verwachting wordt ingeschreven op de Werelderfgoedlijst.

Concept Ministeriële Verklaring

In het hiernavolgende zal ik de hoofdlijnen van de meest recente versie van de concept Ministeriële Verklaring en de bijbehorende Bijlagen schetsen. Op de meeste onderdelen is overeenstemming bereikt. Ik zal bij een aantal onderdelen ingaan op de punten die ik voor Nederland van belang acht. Op een aantal onderdelen vindt nog overleg plaats of is er door één van de participerende landen een voorbehoud geplaatst. Bij die onderdelen zal ik u aangeven waar mijn inzet zich de komende weken op zal richten.

Werelderfgoed Waddenzee (art 1–12)

Bij de vorige conferentie was de inzet van Nederland om samen met Duitsland op te trekken om Denemarken te overreden zich aan te sluiten bij het Werelderfgoed Waddenzee. Inmiddels heeft Denemarken haar deel van de Waddenzee genomineerd inclusief het Nationaal Park in Neder-Saksen, en is het Duitse gebied reeds uitgebreid met het National Park Waddenzee van Hamburg.

Dit betekent dat na de definitieve inschrijving van het Deense gebied het gehele beschermingsgebied van de trilaterale Waddenzee als Werelderfgoed is aangewezen. Dit beschouw ik als een prachtig resultaat. Zowel voor alle mensen die in het Waddengebied wonen en werken, als voor degenen die daar tijdelijk verblijven om van dit gebied te kunnen genieten. De Deense inschrijving vindt naar verwachting in juli 2014 plaats. Het zogeheten betwiste gebied tussen Nederland en Duitsland in de Eems-Dollard valt buiten de Werelderfgoed-aanwijzing.

Een haalbaarheidsstudie is uitgevoerd naar de mogelijke oprichting van een trilaterale World Heritage Foundation. Deze zal naast de bestaande trilaterale samenwerking opereren. De resultaten van deze verkenning vereisen de nodige tijd om te kunnen komen tot een zorgvuldig besluit of en hoe zo’n Foundation eventueel vorm te geven.

Ik ben van mening dat een dergelijke Foundation een goede bijdrage kan leveren aan de verbreding van het draagvlak voor het Werelderfgoed. Het doel van deze Foundation is om invulling te geven aan een gedeeld «eigenaarschap» en aan de betrokkenheid bij het gebied. Tevens geeft dit perspectief op het aanwenden van additionele vormen van financiering ten behoeve van projecten die ten goede komen aan de Waddenzee.

Bij de aanwijzing van de Waddenzee als Werelderfgoed heeft het Werelderfgoed Committee gevraagd om een toerisme strategie op te stellen. De afgelopen tijd is er in een traject met deelname van stakeholders en regionale partijen succesvol samengewerkt met als resultaat de Strategie voor Duurzaam Toerisme in de Waddenzee. Deze samenwerking verdient een compliment.

De Unesco heeft naar deze Strategie als voorbeeld verwezen voor Toerisme Strategieën voor andere Werelderfgoederen. In deze strategie is beschreven hoe de toerismesector haar voordeel kan doen met de Werelderfgoedstatus alsook kan bijdragen aan de bescherming van deze status. Via een 5-tal werkterreinen is dit verder beschreven, variërend van het gezamenlijk uitdragen van het Unique Selling Point van dit Werelderfgoed tot het monitoren van de impact van het toerisme. De komende jaren moet ingezet worden op een consistente uitwerking van deze Strategie door en met alle betrokken partijen.

In de Ministeriële Verklaring erkennen Nederland, Duitsland en Denemarken verder het belang van de Waddenzee voor populaties trekvogels. De Waddenzee is een essentiële «stop-over» voor trekvogels die hier tijdelijk verblijven om te foerageren voordat ze verder gaan in hun trektocht. Ingezet wordt op de consolidatie van een netwerk van beheersmaatregelen langs de gehele Afrikaanse Euraziatische Flyway en uitbreiding van de samenwerking op het gebied van beheer en onderzoek langs de Oost-Atlantische vogeltrekroute.

Natuurbehoud en geïntegreerd ecosysteembeheer (art 13–26)

Deze artikelen bevestigen de wens om meer samen te werken op het gebied van natuurbeheer en Natura 2000, ook qua uitvoering, en in de harmonisatie van de implementatie van EU-richtlijnen. Als voorbeeld kan hier genoemd worden het verbeteren van de situatie voor broedvogels, waarvoor een trilateraal actieplan wordt ontwikkeld.

In de Verklaring wordt de ratificatie in Nederland, Denemarken en Duitsland van het Verdrag voor controle en beheer van ballastwater en sedimenten met instemming begroet. De volgende stap is, zoals al aangekondigd in de vorige Verklaring, dat een trilateraal beheer- en actieplan voor uitheemse soorten wordt opgesteld. Daartoe is – met Nederland als trekker – een LIFE+ aanvraag ingediend waarin onderzocht wordt welke maatregelen het meest succesvol zijn om in te zetten om de introductie van (invasieve) soorten te voorkomen of te beheersen. Maatregelen die onderzocht worden betreffen ondermeer het schoonmaken van ballastwater buiten het schip zelf, het testen van protocollen die gebruikt worden bij de import ten behoeve van de aquacultuur, vergroten van de bewustwording in het algemeen en het opzetten van een brede monitoring. Mijn inzet is erop gericht om nu op strategisch niveau afspraken te maken over de aanpak via de stappen preventie, vroege opsporing, eliminatie en controle, en bewustwording. De komende jaren kan dan verder gewerkt worden aan de opstelling van een trilateraal kader hoe om te gaan met invasieve soorten.

Duurzame Visserij (art 27–31)

De inzet is hier om op trilateraal niveau te streven naar een harmonisatie van de EU-regelgeving voor een duurzame visserij. Daarmee wordt een level playing field voor de visserij gecreëerd. Als beleidsprincipes voor een duurzame visserij worden onder andere de brede toepassing van Passende Beoordelingen, innovatieve vormen van visserij, de toepassing van beste praktijken en gesloten gebieden genoemd. Deze maatregelen passen we reeds in Nederland toe.

Dit is een onderwerp waarover al lang en veel wordt gediscussieerd, zowel binnen de afzonderlijke landen als gezamenlijk. De discussies hierover zijn nog steeds gaande en niet afgerond.

Ik onderschrijf de wens dat afspraken over de verduurzaming van visserij gemaakt moeten worden in onderhandeling met en deelname van belanghebbende partijen, en ik wil mij ervoor inzetten om daarin weer verder te komen op de conferentie en de jaren daarna.

Energie (art 32–34)

In de Verklaring wordt gewezen op de effecten op delen van de Waddenzee die worden veroorzaakt door de aanleg van elektriciteitskabels door de Waddenzee als gevolg van de toename van offshore energie. Ook de bouw van een aantal energiecentrales aan de rand van de Waddenzee kan tot ongewenste effecten leiden op vissoorten en CO2-uitstoot. De inzet is om bij de Regeringsconferentie af te spreken dat opnieuw bekeken wordt wat de precieze impact op het ecosysteem van dergelijke constructies precies is, welke passende maatregelen je dan kunt nemen, waarbij het uiteindelijke doel is om een gezamenlijke gedragscode voor de Waddenzee te ontwikkelen. Op voorstel van Nederland wordt hierbij ook het onderhoudsverkeer meegenomen in de beoordeling hoe je dit op de meest verantwoorde manier kunt regelen.

Ten aanzien van het zeer recent ingediende voorstel van Duitsland om een verbod op Carbon Capture Storage af te kondigen in de gehele Waddenzeeregio, is mijn inzet om hierbij nu niet vooruit te willen gaan lopen op de lopende discussies die wij hierover in Nederland voeren. Een dergelijk voorstel vereist meer onderzoek en zeker meer overleg met alle partijen.

Klimaat (art 35–44)

De gevolgen van klimaatverandering zullen voor het Waddenzeegebied op de langere termijn duidelijk worden. De stijging van de zeespiegel en temperatuursveranderingen kunnen een grote impact kunnen hebben op de veiligheid van de bewoners en de aanwezige biodiversiteit. In deze Regeringsverklaring wordt daarom een trilaterale klimaatadaptatie-strategie aangenomen die ik ten zeerste onderstreep. Samenwerking op dit gebied is van belang, ook in de samenwerking op het gebied van onderzoek. Een belangrijke pijler voor Nederland in deze trilaterale strategie wordt gevormd door het Deltaprogramma.

Maritieme Veiligheid en het voorkomen van vervuiling door de scheepvaart (art 45–48)

De Waddenzee is in 2002 aangewezen als bijzonder kwetsbaar zeegebied (PSSA, Particularly Sensitive Sea Area). Om de veiligheid van maritieme activiteiten op de Waddenzee te verbeteren, en om bij te dragen aan het voorkomen van vervuiling door de scheepvaart, zijn er operationele plannen opgesteld. Met het uitvoeren van deze maatregelen en het blijvend inzetten op een gemeenschappelijke trilaterale inzet in de geëigende EU en IMO-kanalen, wordt verder gewerkt aan de bescherming van dit gebied en bewustwording binnen de scheepvaartsector.

Verder is als voorstel van Nederland in de Verklaring opgenomen dat het versnelde gebruik van (bio)-LNG als transportgas wordt gestimuleerd, alsook de verdere ontwikkeling van groene havens volgens het Eco-Port concept. Ik zie dit als initiatieven die bijdragen aan het realiseren van een Waddenzee waarin de economische ontwikkeling op een goede manier in balans is met de ecologische bescherming. Ik hoop dan ook dat Duitsland en Denemarken hun studiereservering op dit onderdeel van het Eco-port concept kunnen opheffen in de komende tijd.

Trilaterale Monitorings- en beoordelingsprogramma (art 49–51)

In de Regeringsverklaring wordt het belang van voortzetting van het trilaterale monitorings- en beoordelingsprogramma onderstreept. Er zal meer aandacht moeten komen voor de monitoring van nieuwe ontwikkelingen, zoals de klimaatverandering. Ook zullen de informatie en de data die het trilaterale monitoringsprogramma oplevert, meer toegankelijk gemaakt moeten worden voor andere gebruikers en stakeholders.

Wetenschappelijke Samenwerking (art 52)

Ik onderschrijf het belang van de noodzaak van een goede kennisopbouw om gefundeerd besluiten te kunnen nemen over bijvoorbeeld het wel- of niet toestaan van activiteiten in dit internationaal vermaarde werelderfgoed. Mijn inzet is hier om de samenwerking tussen beleidsmakers en onderzoekers te verbeteren. De trilaterale samenwerking moet meer richting geven aan het onderzoek in de drie landen zodat er een betere aansluiting is tussen de beleids- en praktijkvragen in de Wadden en het uitgevoerde onderzoek, en dan met name gericht op relevante Werelderfgoedkwesties. Dit voorstel is overgenomen.

Wadden Sea Forum (art 53)

Het Wadden Sea Forum is een breed samengesteld forum waarin diverse stakeholders uit het Waddengebied vertegenwoordigd zijn. Dit Forum heeft zijn waarde diverse malen bewezen, zie bijvoorbeeld bij het opstellen van de eerder genoemde Toerisme Strategie. Ik hecht dan ook aan voorzetting van dit Forum en de bijdrage die zij levert aan de trilaterale samenwerking. Ik zie bijvoorbeeld een waardevolle rol die de trilaterale ganzenwerkgroep kan bieden in de ondersteuning van regionale overheden. Bijvoorbeeld in de afstemming ten behoeve van monitoring, om capaciteitsopbouw ten behoeve van de evaluatie van de effectiviteit van beheeracties, zoals het reserveren van gebieden voor foeragerende ganzen, en om kennisdeling.

Communicatie en onderwijs

Nederland steunt de voortzetting van het eerdere werk dat door de International Wadden Sea School geleverd werd. Met steun van het WNF is deze voortzetting voor de komende jaren geborgd. Het belang van het betrekken van de jeugd bij dit unieke gebied onderschrijf ik van harte.

Als goede stap in deze richting zie ik de impuls die wordt gegeven om voortbouwend op het bestaande netwerk van de International Wadden Sea School te komen tot een World Heritage Education Network, aansluitend op bestaande lokale en regionale initiatieven.

Resultaten Conferentie

Na afloop van de conferentie, zal ik u informeren over de definitieve uitkomst en de behaalde resultaten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven