29 683 Dierziektebeleid

Nr. 62 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 november 2010

Naar aanleiding van de vraag van de heer Van Gerven, naar de op 24 maart jl. aangehouden motie Polderman over een onafhankelijke autoriteit in relatie tot antibioticagebruik (kamerstuk 29 683, nr. 50), heb ik u toegezegd u hierover per brief te informeren.

De motie Polderman betrof een verzoek aan de regering om te komen met een voorstel tot het aanwijzen van een externe, voor die taak toegeruste instantie, die verantwoord antibioticumgebruik systematisch monitort, bevordert en sanctioneert.

De motie is destijds aangehouden omdat de plannen voor de oprichting van een diergeneesmiddelenautoriteit, geïnitieerd door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, volop in ontwikkeling waren en de voorziene taakstelling voor de autoriteit mede die, gevraagd in de motie, omvatte. De motie is door de toenmalige minister om die reden beschouwd als ondersteunend aan het beleid.

De stichting Diergeneesmiddelenautoriteit (SDA) is zeer onlangs formeel opgericht, maar moet verder nog worden ontwikkeld. Ik ben in gesprek met de betrokken partijen over de plannen die zij hiervoor hebben. De SDA zal een onafhankelijk orgaan behelzen, dat mede op basis van monitoringsgegevens, private normen voor veterinair antibioticagebruik op zal stellen. De instelling van de SDA maakt onderdeel uit van de onlangs ontvangen plannen van de convenantpartners ter reductie van het antibioticagebruik in de veehouderij. Over de inhoudelijke beoordeling van deze plannen zult u door mij binnenkort separaat per brief worden geïnformeerd.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven