29 683 Dierziektebeleid

Nr. 57 BRIEF MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2010

In vervolg op ons debat van 24 maart jl. over antibioticagebruik in de veehouderij, wil ik u hierbij informeren over een aantal ontwikkelingen op dit terrein.

Op 18 mei jl. heb ik een overleg gehad met de voltallige stuurgroep voor antibioticaresistentie in de dierhouderij, waarvan de heer Werner voorzitter is. Tijdens dit overleg heeft de stuurgroep aangegeven dat het realiseren van de gewenste gebruiksreducties, te beginnen met 20% in 2011, niet gemakkelijk zal zijn, maar dat ze zich voluit wil inzetten voor deze reductie en een verdere reductie van 50% in 2013. Het overleg heeft me ervan overtuigd dat het de stuurgroep ernst is. Ik ga ervan uit dat zij na de zomer met concrete voorstellen zullen komen, waaruit moet blijken hoe reducties gerealiseerd kunnen worden.

Met de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) ben ik in overleg over de positie van de dierenarts, de toepassing van de zogenoemde «cascaderegeling» (mede in relatie tot het gebruik van groepen middelen die van belang zijn voor humaan gebruik), het terugdringen van preventieve toepassing van antibiotica en de Veterinaire Diergeneesmiddelenautoriteit in oprichting.

Ook wordt momenteel door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in samenwerking met mij een adviesaanvraag geformuleerd aan de Gezondheidsraad over de risico’s die antibioticagebruik in de veehouderij oplevert voor de volksgezondheid.

Tenslotte heb ik de antibioticaproblematiek bij de dierlijke productie inmiddels aangekaart bij de EU-commissaris Gezondheid en Consumentenbescherming, de heer J. Dalli. Nederland is immers niet de enige lidstaat die geconfronteerd wordt met de antibioticaproblematiek. Bovendien is Nederland als lidstaat gebonden aan de diverse Europeesrechtelijke kaders in dit verband.

Aandacht voor de antibioticaproblematiek op Europees niveau is dan ook onontbeerlijk. Een afschrift van de brief die ik naar de EU-commissaris zond, treft u als bijlage aan.1

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven