29 683 Dierziektebeleid

Nr. 55 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 mei 2010

Op 16 mei is een laag-pathogene (milde) besmetting met vogelgriep aangetroffen op een pluimveebedrijf in Deurne, Noord-Brabant. Ik heb u hierover geïnformeerd in mijn brief van 19 mei 2010 (TK 29 683, nr. 54). Het betreft een milde variant, die niet gevaarlijk is voor mensen. In mijn eerdere brief heb ik de maatregelen toegelicht die zijn genomen om de uitbraak te bestrijden. Met deze brief informeer ik u over de laatste stand van zaken.

Besmetting laag-pathogene AI in Deurne

In het kader van het reguliere monitoringsprogramma is op een leghennenbedrijf (met vrije uitloop) in Deurne een besmetting met laag-pathogene vogelgriep geconstateerd. Het Centraal Veterinair Instituut (CVI) heeft vastgesteld dat het bedrijf besmet was met de variant H7N4.

H5 en H7 staan erom bekend dat ze zich kunnen ontwikkelen tot een hoog-pathogene variant met grote sterfte onder pluimvee, en mogelijk een risico voor de volksgezondheid, als gevolg. Het bedrijf is daarom conform de Europese regelgeving geruimd en ontsmet.

Afbouw maatregelen

Alle contactbedrijven en alle pluimveebedrijven in de 3-km restrictiezone zijn bemonsterd en getest. Geen van deze bedrijven is besmet met H5 of H7. Ik acht het daarom verantwoord de maatregelen af te bouwen tot het niveau van de Europese regelgeving.

Dit betekent dat op vrijdag 21 mei de 3-km restrictiezone is teruggebracht naar een 1-km restrictiezone. In deze restrictiezone blijven maatregelen van kracht, in elk geval tot 7 juni. Wel zijn enkele maatregelen versoepeld en zijn de afschermplicht, het bezoekersverbod en het vervoersverbod voor zoogdieren afkomstig van bedrijven met pluimvee opgeheven.

Voor een totaaloverzicht verwijs ik u naar de wijziging van 21 mei 2010 van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten die is gepubliceerd op de website van mijn ministerie (www.minlnv.nl).

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven