29 683 Dierziektebeleid

Nr. 299 MOTIE VAN DE LEDEN HOLMAN EN VEDDER

Voorgesteld 27 juni 2024

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat boviene virus diarree (BVD) een wereldwijd veelvoorkomende infectie is die voor dierenleed en grote economische schade zorgt;

overwegende dat de melkveesector een succesvol privaat bestrijdingsprogramma voor BVD heeft en de Minister op 5 april 2023 heeft toegezegd dit met een nationaal wettelijk kader te ondersteunen;

overwegende dat het aantal dragers dat wordt geboren op melkveebedrijven de afgelopen jaren sterk is afgenomen;

overwegende dat een BVD-vrije status zorgt voor een grote daling in het antibioticagebruik in de keten, bijdraagt aan een hogere gezondheid van de rundveestapel en leidt tot een daling van de kalversterfte;

overwegende dat sinds de inwerkingtreding van de Europese Diergezondheidsverordening in 2021 er een formeel EU-kader bestaat waarbij lidstaten een EU-vrijstatus voor BVD kunnen behalen;

overwegende dat voor het verkrijgen van de EU-vrijstatus en het maximaliseren en consolideren van de behaalde gezondheidswinst het nodig is dat alle rundveebedrijven en hobbydierhouderijen participeren in de bestrijding;

verzoekt de regering om bedrijven met melkvee, vleesvee en natuurgrazers, hobbydierhouderijen en dierentuinen waar BVD-antistoffen (in tankmelk of jongvee) worden aangetroffen, te verplichten BVD-dragers op te sporen, voor 1 januari 2026 of zo spoedig mogelijk;

verzoekt de regering een verbod op handel in BVD-dragers in te stellen;

verzoekt de regering zich in te zetten om voor 1 januari 2026, of zo spoedig mogelijk, een EU-vrijstatus voor BVD te behalen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Holman

Vedder

Naar boven