nr. 22
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 december 2008
Hiermee stuur ik het Convenant antibioticaresistentie dierhouderij1 zoals dat 3 december jl. is getekend door de partijen
van de vier belangrijkste dierhouderijsectoren van Nederland, te weten de
sectoren: varkens, vleeskuikens, vleeskalveren en melk-/vleesvee rund. Tevens
is mijn reactie op het convenant bijgevoegd. In deze reactie geef ik mijn
visie op het convenant en ga ik nader in op mijn intenties op het gebied van
antibioticaresistentie.
Met de brief van 17 december 2007 (29 683, nr. 16) bent u geïnformeerd
over de aanpak die ik volg om te komen tot een daadwerkelijke vermindering
van het antibioticagebruik en de antibioticaresistentie in de dierhouderij.
Onderdeel hiervan was het instellen van een Taskforce antibioticaresistentie
dierhouderij waarin, naast mijn ministerie, ook het ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (VWS), de dierhouderij, andere ketenpartijen, dierenartsen,
producenten van diergeneesmiddelen en consumenten vertegenwoordigd zijn. Deze
taskforce is geïnstalleerd op 24 april 2008. De heer J. Werner is
aangesteld als voorzitter. Het doel van de taskforce was een convenant op
te stellen, om te komen tot een reductie van antibioticaresistentie en een
verantwoord gebruik van antibiotica in de dierhouderij.
Ik ben bijzonder verheugd vast te stellen dat er inmiddels overeenstemming
is over een convenant. Door dit pakket van afspraken, worden de voorwaarden
voor een reductie van antibioticaresistentie duidelijk omschreven. Bovendien
is het de eerste keer dat door alle betrokken partijen afspraken op dit terrein
worden gemaakt. De verantwoordelijkheden van de veehouder en de dierenarts
bij het gebruik van antibiotica worden vastgelegd. Voor beide partijen ontstaat
een strikte en transparante samenwerking. Het antibioticagebruik en het voorschrijfgedrag
van de dierenarts worden hierdoor inzichtelijker. Tevens wordt overgegaan
tot bench-marking van bedrijven en praktijken. Monitoring van antibioticagebruik
enresistentie vindt tevens plaats. Actiepunten zijn omschreven en de
verantwoordelijkheden zijn vastgelegd. Samenvattend constateer ik dat de partijen
een gemeenschappelijke visie en analyse van de problematiek van antibioticaresistentie
delen.
Bovendien blijkt uit het convenant dat de partijen meer dan bereid zijn
de ingeslagen weg voort te zetten. Dit is van belang omdat antibioticaresistentie
naast een consistente aanpak ook vraagt om tijd en aandacht voor de middellange
termijn. Het is mijn voornemen om gedurende de periode 2009–2011 de
stuurgroep en de werkgroepen de uitvoering van de afspraken van dit convenant
en de effecten daarvan op antibioticagebruik en -resistentie te laten analyseren
en de nodige vervolgstappen voor te laten stellen.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg