29 683 Dierziektebeleid

32 620 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nr. 175 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2013

Uw vaste commissie voor Economische Zaken heeft gevraagd om een reactie op het bericht in de Boerderij van 27 november jl. inzake antibioticaresistentie in de veehouderij. In deze brief treft u onze reactie aan. Een en ander is al eerder gewisseld in het VSO antibioticaresistentie donderdag 12 december jl. (Handelingen II 2013/14, nr. 36, behandeling verslag schriftelijk overleg antibioticaresistentie, Kamerstuk 32 620, nr. 91).

In het artikel worden zorgen geuit over resistentie tegen carbapenems en mogelijke introductie van deze resistentievorm in de veehouderij of de voedselketen. Carbapenems zijn antibiotica die – als een van de laatste redmiddelen – worden ingezet bij besmettingen met multiresistente bacteriën. De Nethmaprapportage 2013 geeft aan dat de meeste gevallen van carbapenemresistentie in Nederland te verklaren zijn door behandeling van mensen in buitenlandse ziekenhuizen. Er zijn tevens enkele uitbraken in ziekenhuizen en zorginstellingen beschreven. Carbapenems zijn niet toegestaan voor gebruik in de veehouderij. In de huidige monitoring op antibioticaresistentie in de Nederlandse veehouderij wordt onderzocht of er bacteriestammen voorkomen die resistent zijn tegen carbapenems. Deze zijn tot nu toe in de veehouderij niet aangetroffen.

Wij zien deze vorm van resistentie als een serieuze dreiging voor de volksgezondheid en nemen dit probleem zeer serieus. De geuite zorgen in het artikel delen wij. Het is van belang te voorkomen dat deze resistentie in Nederland via de veehouderij of langs andere wegen wordt geïntroduceerd in de voedselketen. Vanuit onze ministeries is en wordt er met wetenschappers uit verschillende domeinen overleg gevoerd over deze problematiek. Er is echter nog veel onbekend over het vóórkomen van deze vorm van resistentie o.a. in het milieu/het ecosysteem, over de wijze van verspreiding (transmissieroutes) en over de wijze en mogelijke bronnen van besmetting.

Omdat we de carbapenemase problematiek uiterst serieus nemen, hebben we het RIVM opdracht gegeven tot het opstellen van een integraal advies over deze problematiek waar ook het effect van mogelijke maatregelen deel van uitmaakt. Humane en veterinaire experts zullen onder leiding van de directeur van het Centrum voor Infectieziektebestrijding (CIb) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in gezamenlijkheid werken aan dit advies.

Het advies zal binnen 3 maanden worden opgeleverd. Naar aanleiding van dit advies zullen we uw Kamer nader informeren over ons beleid.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven