Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 januari 2012
Met deze brief wil ik u informeren over de recente ontwikkelingen met betrekking tot
het Schmallenbergvirus.
Situatie in Nederland
Dit weekend is op twee rundveebedrijven het Schmallenbergvirus aangetoond in kalveren.
Het betrof een foetus verworpen op 7 maanden dracht en een voldragen kalf. De moederdieren
zijn waarschijnlijk in augustus/september vorig jaar geïnfecteerd, maar door de langere
dracht bij runderen ten opzichte van schapen worden de problemen bij runderen later
zichtbaar. Het beeld dat er nu kalveren positief gevonden worden is niet onverwacht
en in lijn met wat er tot nu toe bij schapen gevonden is.
Tot en met 23 januari 2012 zijn er 283 bedrijven gemeld met verschijnselen die kunnen
wijzen op een besmetting met het Schmallenbergvirus. Daarbij ging het om 134 schapen-,
136 runder-, en 13 geitenbedrijven. Inmiddels zijn 107 schapen-, 91 runder-, en 9
geitenbedrijven onderzocht, waarbij op 72 schapen-, 2 runder-, en 2 geitenbedrijven
het virus daadwerkelijk is aangetoond. Van de 283 aangemelde bedrijven is dus op 76
bedrijven het virus wel aangetoond en op 131 bedrijven niet aangetoond. Op de overige
76 bedrijven loopt het onderzoek nog.
Bevindingen in Europa
In Duitsland is het virus aangetoond bij 32 bedrijven. Het betrof 6 runder-, 14 schapenbedrijven
en 1 geitenbedrijf in Noordrijn-Westfalen, 10 schapenbedrijven in Nedersaksen en 1
schapenbedrijf in Hessen.
In België werden tot dusver 99 bedrijven onderzocht, het ging hierbij om 55 rundveebedrijven
(waarvan 1 positief), 42 schapenbedrijven (waarvan 27 positief en 2 geitenbedrijven
(negatief). Ook in het Verenigd Koninkrijk, in Norfolk, Suffolk en East-Sussex is
op 4 schapenbedrijven infectie met het Schmallenbergvirus aangetoond.
Export
Een aantal landen heeft sinds dinsdag 17 januari hun import vanuit Nederland tot nader
order opgeschort. Dit betreft voor de Russische Federatie de import van kleine herkauwers
en hun producten behalve de zuivelproducten en voor Mexico de import van genetisch
materiaal van alle herkauwers.
Argentinië en China hebben aan Nederland meer informatie gevraagd over het virus en
de situatie in Nederland. Nederland heeft deze landen per brief geïnformeerd. De landbouwattachees
worden voortdurend op de hoogte gehouden van de recente ontwikkelingen en kunnen zo
alle mogelijke vragen van die landen beantwoorden. Tijdens de Grüne Woche heb ik gesproken
met de minister van Landbouw van de Russische Federatie, mevrouw Skrynnik, waarbij
ik haar heb geïnformeerd over de situatie in Nederland en gepleit voor een Europese
aanpak. Met Skrynnik ben ik overeengekomen dat op korte termijn de experts van de
Europese Commissie, Duitsland en Nederland en haar experts om de tafel gaan zitten.
Internationale informatie-uitwisseling
In vervolg op de afspraken uit het Standing Committee on The Food Chain and Animal
Health (SCoFCAH) in Brussel van 11 januari 2012 is afgelopen vrijdag in een technisch
overleg tussen de Commissie en de Lidstaten gesproken over een leidraad voor de monitoring
van de ziekte. Het overleg is in een constructieve sfeer verlopen, waarbij het belang
van (Europese) transparantie is erkend en benadrukt. Er is tevens een eerste aanzet
gegeven voor het monitoringsplan, dat de komende weken verder zal worden uitgewerkt.
Hiermee zal monitoring op EU niveau vorm krijgen.
Het Schmallenbergvirus staat vandaag op mijn verzoek op de agenda van de Landbouw-
en Visserijraad in Brussel. Hier zal ik de Commissie en Lidstaten informeren, het
nut en de noodzaak van een EU-monitoringsplan benadrukken en een oproep doen tot financiële steun door de Commissie voor monitoring
en (veld)onderzoek. Gezien het Europees handelsbelang roep ik tevens op tot een eensgezinde
en gezamenlijke aanpak van de exportproblematiek.
Ik zal uw Kamer op de hoogte houden van de verdere ontwikkelingen.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker