29 675 Zee- en kustvisserij

Nr. 95 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juni 2010

In het debat over de LNV-begroting 2010 is met uw Kamer gesproken over het belang van het stimuleren van ondernemerschap en innovatie in de visserij. De aanleiding hiervoor waren de activiteiten van het Visserij Innovatieplatform (VIP) zoals die sinds 2007 plaatsvinden en de voorziene beëindiging van deze activiteiten eind 2010 als gevolg van het aflopen van het VIP-mandaat.

In het genoemde debat heb ik het idee gelanceerd om in een zogenaamde Blueport de activiteiten van het VIP voort te zetten. Daarmee kan in het kader van innovatie en verduurzaming het ondernemerschap in de visserij blijvend worden bevorderd en de afzetkracht versterkt. In het debat heb ik genoemd dat het netwerk van Greenports model kan staan voor de Blueport. Een model dat tot doel heeft het bij elkaar brengen en versterken van de verschillende ketenschakels.

Hierbij informeer ik de Kamer over mijn uitgangspunten, enkele van de belangrijkste vragen die voor de ontwikkeling van een Blueport-model beantwoord moeten worden en een tijdpad voor de komende periode.

Keuze voor innovatie en ondernemerschap

Versterking van het ondernemerschap in de visserij en de bijbehorende keten, is één van de belangrijke doelstellingen van het visserijbeleid. De afgelopen jaren zijn via een innovatiebeleid dat is gebaseerd op drie pijlers, ondernemers gesteund in de te maken omslag naar een meer duurzame en rendabele visserij.

De pijlers worden gevormd door:

  • de activiteiten van het Visserij Innovatieplatform

  • een structuur van kenniskringen in de visserij, en

  • een gerichte benutting van het Europees Visserij Fonds.

Het is de gecombineerde inzet van deze instrumenten, middelen en menskracht die een belangrijke impuls heeft gegeven aan de versterking van het ondernemerschap in de visserij. In nauwe samenwerking met het InnovatieNetwerk van LNV is gewerkt aan het tot stand brengen van zowel systeeminnovaties als verbeteringen in de bestaande bedrijfsvoering.

Zo zijn er vele innovatie- en samenwerkingsprojecten gestart, zijn er 13 kenniskringen van vissers actief, zijn vissers gestart met de certificering van hun visserij, hebben vissers individuele businessplannen opgesteld en wordt collectief, vanuit de kenniskringen, gewerkt aan een zogeheten «masterplan» voor de gehele visserij. De sector is in beweging gekomen en het is van belang hier ook in de toekomst op aan te sluiten.

Ik acht het van groot belang dat in de visserijsectoren en -ketens kennis en wetenschap, praktijk en verschillende stakeholders samen worden gebracht om een duurzame toekomst te verzekeren.

Een vergelijk met de Greenports

Greenport(s) Nederland is voornamelijk een ruimtelijk netwerk waarin bedrijfsleven, belangenorganisaties en overheden samenwerken aan een sterk tuinbouwcluster. Nederland kent vijf Greenports, die gezamenlijk worden aangeduid als «Greenport Nederland». In dit netwerk werken idealiter alle ketenschakels in de tuinbouw gezamenlijk aan de (internationale) versterking van de concurrentiepositie van de Nederlandse tuinbouw.

In een Greenport wordt gezamenlijk geopereerd door het bedrijfsleven, belangenorganisaties en de (lokale, provinciale en landelijke) overheid. Dat gebeurt zowel binnen de afzonderlijke Greenports als ook landelijk waar de landelijke stuurgroep Greenport activiteiten agendeert en ontwikkelt op het gebied van kennis en innovatie, economie en ruimte, infrastructuur en logistiek en Europese aangelegenheden.

Naar analogie van de Greenports zou een te ontwikkelen model voor een Blueport zich naar mijn mening primair moeten toespitsen op innovatie en ondernemerschap met als resultaat de bedrijfseconomische versterking van de visserij en bijbehorende keten. Ook het verkrijgen van kennis, in samenwerking met de kennisinstellingen, en vervolgens het delen van die kennis, zal een belangrijk doel moeten zijn. Kernopgave van de Blueports is het over de grenzen van bedrijven en de verschillende schakels van de keten heen, blijven aanjagen van de innovatie. Dat vraagt capaciteit en betrokkenheid van individuele ondernemers die vernieuwing nastreven, als ook van het georganiseerde bedrijfsleven als geheel, ook in financiële zin.

Waar in de Greenports ruimtelijke vraagstukken en infrastructuur een dominante rol spelen, speelt in de visserij met name de vraag hoe de werking van de gehele visketen kan worden verbeterd.

Hoe kunnen, door een bundeling van activiteiten en organisaties in een Blueport, de verschillende visketens renderend en ook duurzaam opereren. Hoe kan een Blueport bijdragen aan de versterking van het innovatie- en investeringsklimaat in de visserij en de overige schakels in de keten zoals afslagen, verwerkers, handel en retail. Een versterking gericht op duurzaam beheer, een duurzame en rendabele vangst, verwerking en vermarkting van vis. Dit alles in samenspraak en afstemming met kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties.

Blueports

Er blijkt in verschillende delen van Nederland interesse te bestaan voor het opzetten van regionale blueports. Ik blijf regionale initiatieven waar mogelijk ondersteunen.

Zo zijn bijvoorbeeld in Zeeland initiatieven gestart voor een regionale blueport. Naar mijn mening dienen deze regionale initiatieven aan te sluiten bij de bestaande visserij-economische bedrijvigheid in de verschillende regio’s.

Daarnaast is het voor een nationale, Europese en internationale uitstraling van belang om één nationale blueport tot stand te brengen. Een nationale blueport bundelt, ontwikkelt, coördineert, stimuleert, brengt innovatie en praktijk bij elkaar, traint, adviseert, informeert. Een nationale blueport brengt alle spelers in de visserij bij elkaar waar en wanneer dat nodig is. Met een nationale blueport kunnen we een Europese en internationale uitstraling krijgen van allure. En dat is nodig om een vooraanstaande rol te blijven spelen in het Europese en internationale visserijbeleid van de toekomst.

Kernopgave van de nationale blueport wordt het aanjagen van innovatie en ondernemerschap binnen de hele visserijketen en tussen de verschillende visserijsectoren. Anders dan de greenports, waar ook ruimtelijke vragen en infrastructuur een rol spelen, gaat het bij de blueports aan de ene kant om een innovatie- en investeringsklimaat voor vissers en andere partners zoals afslagen, verwerkers, handel en retail, en aan de andere kant om effectief en duurzaam bestandsbeheer, een duurzame en rendabele vangst, verwerking en vermarkting van vis. Kennis en wetenschap zijn daarbij van cruciaal belang. Om die reden is de participatie van de WUR-kennisinstituten als Imares onontbeerlijk.

Naast economie staat de ecologische draagkracht voorop. Om die reden zullen milieu- en andere maatschappelijke organisaties betrokken worden bij de blueports. Ook in de nationale blueport werken het visserijbedrijfsleven, belangenorganisaties, kennisinstituten als WUR-Imares, milieu- en andere maatschappelijke organisaties en overheden nauw samen aan een krachtige economische en ecologische toekomst.

Bij de opening van het project «Zeeuwse tong» op 1 juni jl. heb ik de regionale initiatieven in Zeeland aangehaald en aangegeven goede kansen voor de provincie Zeeland te zien bij de verdere ontwikkeling van het concept van de nationale blueport. Ik ben bereid het proces van de totstandkoming hiervan financieel te ondersteunen.

Procedure en tijdpad

Het is van belang dat de activiteiten die nu via het Visserij Innovatie Platform lopen, in een nationale blueport worden voortgezet. Ik heb het VIP dan ook gevraagd een visie met betrekking tot de Blueports te ontwikkelen en mij hierin te adviseren. Deze visie, die integraal onderdeel zal zijn van de meer algemene «erfenis» waaraan het VIP werkt, zal een belangrijke basis zijn voor mijn voorstellen voor de periode vanaf eind 2010. Ik zal u deze voorstellen in het najaar presenteren.

Voor de komende periode ligt mijn aandacht op het gebied van innovatie en versterking van het ondernemerschap in de visserij bij het voortzetten van de activiteiten van het VIP, waarbij markt- en keteninnovatie, het goed laten functioneren van de kenniskringen en een inzet van het Europees Visserij Fonds gericht op innovatie, verduurzaming en samenwerking centraal staat.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven