nr. 72
MOTIE VAN HET LID KOPPEJAN C.S.
Voorgesteld 24 maart 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de toestand van de aal in de Nederlandse wateren zeer
zorgwekkend is en maatregelen vraagt die uitzicht bieden op een duurzaam aalbestand;
constaterende, dat er bij de Europese Commissie een aalbeheerplan dient
te worden aangeleverd;
van mening, dat de extra uittrek van 157 ton schieraal een te realiseren
doelstelling is en als randvoorwaarde voor het aalbeheerplan kan fungeren;
verzoekt de regering in het definitieve aalbeheerplan rekening te houden
met in- en uittrekprogramma’s zodat voldoende aal (zowel kwantitatief
als kwalitatief) in Nederland kan opgroeien en voldoende schieraal uit kan
trekken c.q. uitgezet kan worden, en deze bij de Europese Commissie in te
dienen. In het plan dienen ten minste de volgende maatregelen opgenomen te
zijn:
– voor 1 juli 2009 wordt door de beroepsvissers (met behulp
van expertise van het ministerie van LNV) een gedegen plan van aanpak opgesteld
om te waarborgen dat in 2009 door de beroepsvissers 157 ton gevangen schieraal
wordt uitgezet waarvan ten minste 50 ton schone schieraal wordt gevangen in
geselecteerde gebieden; mocht het plan niet voor 1 juli 2009 ingediend
zijn dan geldt een vangstverbod voor de maanden september/oktober;
– tevens dient voor 1 januari 2010 een plan van aanpak ingediend
te zijn door de beroepsvissers met medewerking van het ministerie van LNV,
op basis van de op dat moment beschikbare gegevens per watergebied, waarvan
elementen als toegestane visserij-inspanningen, uitzetten van schieraal, vangstquota
en vangstverboden deel uitmaken, zodat uitzicht geboden wordt op een duurzaam
aalbestand; voor die gebieden waar geen plan van aanpak is opgesteld geldt
voor dat jaar een vangstverbod op aal in de maanden september/oktober;
– vanaf 1 januari 2011 dient er een plan van aanpak per
watergebied te liggen dat zoveel mogelijk gebaseerd is op de ontwikkeling
van aalbestanden zoals die zijn vastgesteld door onafhankelijke deskundigen;
– in 2009 en daaropvolgende jaren stimuleert de regering het uitzetten
van glasaal in de Nederlandse wateren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Koppejan
Jacobi
Van der Vlies
Snijder-Hazelhoff