29 675 Zee- en kustvisserij

Nr. 199 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 april 2021

Ik stuur u deze brief mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Gisteren heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) mij geïnformeerd over haar voorlopige bevindingen met betrekking tot het kapseizen en zinken van de kotters UK-165 in november 2019 en de UK-171 in december 2020. In het geval van de UK-165 waren hierbij twee doden te betreuren.

De OvV heeft haar bevindingen vastgelegd in een concept-rapport dat aan mij ter inzage is aangeboden. Conform de daarvoor geldende wettelijke procedure geeft de OvV aan partijen die zij het concept-rapport vertrouwelijk ter inzage aanbiedt een reactietermijn van vier weken, waarin eventuele feitelijke onjuistheden of onduidelijkheden kunnen worden aangegeven. Vervolgens zal de OvV haar rapport verder afronden, van aanbevelingen voorzien en opnieuw aan ons aanbieden ter inhoudelijke reactie. De OvV verwacht het definitieve rapport vóór de zomer gereed te hebben. Op dat moment zullen wij het rapport ook aan uw Kamer aanbieden.

De voorlopige bevindingen hebben de OvV echter aanleiding gegeven om nu al een tussentijdse waarschuwing uit te doen. Deze waarschuwing is gericht aan de visserijsector zelf en is in afschrift ter informatie ook aan ons beiden gestuurd. Voor de inhoud ervan verwijs ik u naar de bijgevoegde brief van de OvV1. Hierin wordt de sector gewezen op de risico’s van instabiliteit bij asymmetrische beladingstoestanden, en wordt gevraagd schippers en bemanningen van boomkorkotters met een lengte van minder dan 24 meter op de hoogte te stellen van dit veiligheidsrisico.

Wij hebben inmiddels ons beider netwerken in de sector gebruikt om de waarschuwing van de OvV een zo breed mogelijke verspreiding te geven en zullen dat de komende tijd ook blijven doen. Daarnaast zullen we in gesprek treden met de sector om te bekijken welke maatregelen nog meer getroffen kunnen worden om de risico’s te verminderen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven