29 675 Zee- en kustvisserij

33 450 Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee

Nr. 191 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 mei 2018

Op 14 maart jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd (Kamerstukken 29 675 en 33 450, nr. 190) over de openstelling van de bestaande windparken op zee voor doorvaart en medegebruik per 1 mei 2018. Het betreft de windparken Offshore Windpark Egmond aan Zee, het Prinses Amaliawindpark en het windpark Luchterduinen. Dit effectueert de beleidswijziging uit 2015 uit de Beleidsnota Noordzee 2016–2021. De openstelling is van belang vanwege de steeds groter wordende ruimteclaim van windparken op zee in de toekomst, ook in relatie tot andere gebruiksfuncties en ten behoeve van meer meervoudig ruimtegebruik van de zee.

Zoals aangegeven in de brief van 23 oktober 2017 (Kamerstukken 29 675 en 33 450, nr. 189) bleek er voor een goede implementatie behoefte te zijn aan een second opinion. Daarin zijn de uitgevoerde risico-analyses en de effectiviteit van de voorgestelde maatregelen voor de openstelling nogmaals beoordeeld. Conform de brief van 14 maart ontvangt u hierbij de toegezegde second opinion1.

De second opinion is uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat in samenwerking met de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De exploitanten van de desbetreffende windparken, Rijkswaterstaat en de Kustwacht zijn betrokken geweest. Het betreft een aanvulling op het in de voorbereiding van de openstelling uitgevoerde onderzoek en heeft betrekking op:

  • 1. Doorvaart door schepen tot 24 meter inclusief vissen met een hengel als vorm van medegebruik;

  • 2. Medegebruik in de vorm van getijde-energie en aquacultuur of vormen van passieve visserij.

In de second opinion wordt voor het eerste punt het volgende geconcludeerd:

  • De eerder uitgevoerde risico-analyses zijn uitgebreid en naar volledigheid uitgevoerd;

  • Het openen van de windparken, in combinatie met de voorgestelde voorschriften, leidt niet tot een algemene toename van de risico's;

  • De voorgestelde risicobeheersingsmaatregelen zijn naar verwachting effectief en de voorgestelde voorschriften zullen, indien correct geïmplementeerd, de risico's verminderen.

Op basis van deze conclusies is de openstelling per 1 mei 2018 voor doorvaart voor schepen met een maximale lengte van 24 meter én medegebruik in de vorm van hengelsport geëffectueerd. Hiervoor is een communicatietraject gestart met een voorlichtingscampagne, een gedragscode en uitgebreide nautische informatie over de geldende voorschriften. Het gaat dan bijvoorbeeld over de apparatuur die men verplicht is aan boord te hebben en dat er in de windparken alleen met daglicht gevaren mag worden. Deze punten zijn ook samengebracht in de bij deze brief meegestuurde brochure die inmiddels breed is gecommuniceerd2.

Voor het tweede punt, medegebruik in de vorm van getijde-energie en aquacultuur of vormen van passieve visserij, wordt in de second opinion geconcludeerd:

  • De mogelijke risico’s zijn hiervoor nog niet voldoende ingeschat. Er is nog geen volledig beeld van alle relevante risico’s en de voorgestelde voorschriften zijn nog niet alles omvattend. De reden hiervoor is onder andere dat er een grote verscheidenheid aan mogelijke technologieën is die voor dit medegebruik gebruikt zou kunnen worden. De voorgestelde maatregelen en voorschriften zouden daar beter op moeten inspelen;

  • De risico’s voor passieve visserij met manden en korven zijn nog te beperkt ingeschat. Dit maakt dat de voorgestelde voorschriften nog niet alle risico’s afdekken of kunnen verminderen, met name die voor de onderzeese kabels van de windparken.

Naar aanleiding van deze conclusies zullen deze vormen van medegebruik eerst in overleg met de windparkeigenaren verder worden uitgewerkt alvorens de openstelling daarvoor te effectueren. Daarbij is het ook van belang om te kijken naar hoe een project in de bestaande parken tot goed toepasbare ervaringen voor de toekomstige in omvang grotere parken kan leiden.

De second opinion bevat ook een aantal aanbevelingen voor de huidige openstelling:

  • Conform de afgesproken beleidsevaluatie na twee jaar, betreft dit de voorwaarden en omstandigheden waaronder de ingezette beleidswijziging kan worden aangepast;

  • De mogelijkheid om tijdelijk een deel van een windpark af te kunnen sluiten rond kraanschepen die daar voor werkzaamheden moeten zijn.

Voor het eerste punt zijn met de exploitanten van de windparken uitgebreide werkafspraken gemaakt over de monitoring, het incidentenmanagement en de beleidsevaluatie. Ten aanzien van het tweede punt hebben Rijkswaterstaat en de Kustwacht al de mogelijkheid om als dat voor de veiligheid of waterkwaliteit nodig is aanvullende maateregelen te treffen en om die via de standaard berichten aan zeevarende aan iedereen te communiceren.

Tot slot worden er nog een aantal suggesties gedaan die het geheel aan veiligheidsmaatregelen en voorschriften nog verder kunnen complementeren. Deze suggesties worden in het rapport gekwalificeerd als «nice to have». De suggesties zijn, zover als mogelijk, overgenomen en onder andere als advies verwerkt in de communicatiemiddelen. De andere genoemde suggesties zal ik betrekken bij de afgesproken evaluatie van de openstelling.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven