29 674
Evaluatie Wet Werk en Bijstand

nr. 26
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2008

Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken ten aanzien van de vormgeving van een nieuwe financiële voorziening voor gemeenten met meerjarige tekorten op hun budget voor het inkomensdeel in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB) en de voortgang van het onderhoudstraject van de verdeelmodellen WWB.

Daarnaast informeer ik u over de ontwikkelingen bij de WWB sinds de eindevaluatie van de WWB in december 2007. In de bijlage1 «Kerncijfers Wet werk en bijstand» treft u aan een rapportage met actuele kerncijfers over de WWB. Omdat de ontwikkelingen bij de WWB uiteraard niet stilstaan, worden ook na de evaluatie de resultaten bijgehouden en getoond. Het ligt in de bedoeling om deze gegevens regelmatig te actualiseren en naar buiten te brengen.

Meerjarige aanvullende uitkering

Bij gelegenheid van de evaluatie van het verdeelmodel WWB inkomensdeel heb ik uw Kamer toegezegd dat nog dit jaar, in nauw overleg met betrokkenen, uitgewerkt wordt hoe in het kader van het WWB inkomensdeel vorm kan worden gegeven aan een ruimer ex-post vangnet in combinatie met een verscherpte toetsing én dat uw Kamer hierover vóór het zomerreces voorstellen ontvangt.

In nauw overleg met de VNG, Divosa, afzonderlijke gemeenten, de Inspectie Werk en Inkomen, de Toetsingscommissie en de departementen van BZK en Financiën heb ik de hoofdlijnen van deze nieuwe financiële voorziening voor gemeenten (aangeduid als «meerjarige aanvullende uitkering», kortweg de MAU) uitgewerkt. De Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) heeft advies uitgebracht over deze hoofdlijnen.

Naarmate het proces vorderde kon de betrokkenheid van gemeenten verplaatst worden van ambtelijk naar bestuurlijk. Op mijn verzoek is een bestuurlijke toets uitgevoerd, bestaande uit gesprekken met een beperkt aantal wethouders en een mini-bestuurlijke conferentie. De afstemming met de VNG is nog niet geheel afgerond. Zorgvuldigheid en een breed draagvlak zijn voor het succes van de MAU kritische factoren. Ik heb er begrip voor dat gemeenten op zorgvuldige wijze hun inbreng willen afronden. In het Bestuurlijk Overleg van 9 juli wil ik met de VNG afspreken dat ik haar definitieve reactie voor 1 september 2008 tegemoet kan zien, zodat ik u rond het einde van het zomerreces mijn definitieve voorstellen kan sturen.

Uit de bestuurlijke toets is onder meer gebleken dat invoering van de nieuwe voorziening urgent is voor gemeenten met meerjarige tekorten op hun WWB-budget. Om die reden heb ik de VNG toegezegd dat ik alvast een aanvang maak met het wetgevingsproces. Uiteraard zal dat proces zodanig worden ingericht dat te allen tijde rekening kan worden gehouden met de uitkomsten van het overleg met uw Kamer.

Stand van zaken onderhoudstraject

Zoals ik u heb toegezegd in mijn brief van 27 april (Vergaderjaar 2007/2008, kamerstuk 30 545, nr. 51), informeer ik u hierbij over de voortgang van het onderzoek naar de verdeelmodellen van de WWB.

Conform de aanbevelingen uit de evaluatie van het objectief verdeelmodel voor het I-deel WWB, worden voornamelijk de mogelijke verbeteringen in de verdeelmodellen wat betreft de arbeidsmarktfactoren en de verdeelmaatstaf huurwoningen onderzocht. Wat betreft de arbeidsmarktfactoren, die op dit moment op COROP-niveau worden gemeten, wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van het gebruik van gewogen COROP- en RPA-cijfers en van een maatstaf voor ruimtelijke concentratie van arbeidsmarktfactoren. Bij deze laatste wordt niet uitgegaan van een vaste regionale indeling, maar wordt gekeken naar de arbeidsmarktsituatie binnen een straal van x kilometer rond een gemeente. Wat betreft de maatstaf huurwoningen wordt gekeken of deze te verfijnen is naar goedkope huurwoningen binnen de particuliere en/of sociale sector.

De verbetermogelijkheden die uit het onderzoek naar voren komen, zullen bestuurlijk worden getoetst. Dit wordt gedaan aan de hand van workshops en interviews met met name wethouders van gemeenten.

Het onderzoek is eind april gestart. Naar verwachting zullen de resultaten medio/eind augustus bekend zijn en zal in september de bestuurlijke toets plaatsvinden. Het onderzoek (waar de bestuurlijke toets onderdeel van uitmaakt), zal naar verwachting begin oktober beschikbaar zijn. Dit najaar spreek ik graag met u over de resultaten van het onderzoek. Voor de goede orde merk ik nog op dat de onderzoeksresultaten geen consequenties hebben voor de verdeling van de middelen voor 2009.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven