29 674
Evaluatie Wet Werk en Bijstand

nr. 1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2004

Bij de behandeling van de Wet werk en bijstand (WWB) door de Eerste Kamer op 7 oktober 2003 heb ik toegezegd beide Kamers vóór het zomerreces 2004 een plan van aanpak Evaluatie WWB te doen toekomen. Dit plan is gereed en treft u aan als bijlage.

Omdat er inhoudelijk raakvlakken bestaan met een drietal andere producten, heb ik ervoor gekozen deze tegelijkertijd u aan te bieden. Het betreft de volgende documenten:

– Plan van aanpak Evaluatie werking reïntegratiemarkt in 2006;

– Beleidsplan Informatieuitvraag SZW (BIS); conform art 78 lid 2 van WWB

– Onderzoeksrapport De bijstand beleefd; ter informatie.

Deze documenten treft u eveneens aan als bijlage.1

Toelichting Plan van aanpak Evaluatie WWB 2004–2007

Artikel 84 van de Wet werk en bijstand (WWB) bepaalt dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid binnen vier jaar na de inwerkingtreding van de WWB een verslag over de doeltreffendheid en de effecten in de praktijk van deze wet aan de Staten-Generaal zendt.

De bijgevoegde nota bevat het plan van aanpak voor de evaluatie van de WWB. Het gaat om een plan van aanpak op hoofdlijnen: de te onderzoeken elementen worden hier benoemd. Met de evaluatie wordt beoogd inzicht te verkrijgen in de mate waarin de systeemwijziging gepaard gaande met de WWB de realisatie van de doelen van de WWB dichterbij heeft gebracht. Hiermee kan tevens nagegaan worden of de WWB eventueel (op onderdelen) dient te worden bijgesteld.

In het plan van aanpak is rekening gehouden met de toezeggingen die tijdens de parlementaire behandeling van de WWB aan de Eerste Kamer en de Tweede Kamer zijn gedaan met betrekking tot de evaluatie.

Ten behoeve van de evaluatie zal zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek worden verricht. Bij de uitvoering hiervan gelden de derapportage-doelstelllingen zoals die in het Beleidsinformatieplan SZW (BIS) zijn vastgelegd.

Het jaar 2004 betreft het implementatiejaar. In het najaar van 2005 wordt zoals toegezegd aan het Parlement een overzicht gezonden van de tot stand gekomen gemeentelijke verordeningen, op basis van vrijwillige aanlevering door gemeenten. Bij deze rapportage zal een kalender voor het vervolg van de evaluatie worden gevoegd. In de tweede helft van 2006 zal de evaluatie van de reïntegratiemarkt worden aangeboden. De eindrapportage Evaluatie WWB zal eind 2007 worden opgeleverd.

De VNG kan zich vinden in het plan van aanpak.

Toelichting Plan van aanpak Evaluatie werking reïntegratiemarkt in 2006

Tijdens de parlementaire behandeling van de Wet werk en bijstand (WWB) in het najaar van 2003 is gediscussieerd over de verplichting voor gemeenten om 70 procent van hun reïntegratiemiddelen uit te besteden op de reïntegratiemarkt en dit te doen middels een transparante en toetsbare aanbestedingsprocedure.

Mijn voorganger heeft aan uw Kamer toegezegd dat in 2006 geëvalueerd wordt in hoeverre dan voldaan is aan de voorwaarden voor een goed werkende markt. Hij heeft uitgesproken er van uit te gaan dat de markt zich eind 2006 heeft gevormd, maar dat het parlement geïnformeerd wordt bij de evaluatie van de reïntegratiemarkt met betrekking tot de stand van zaken hieromtrent. Als voorwaarden voor een goed werkende markt noemde hij:

• transparantie voor vragers en aanbieders;

• eerlijke concurrentie («een gelijk speelveld»)

Indien aan deze beide voorwaarden voldaan is, dan vervallen vanaf 2007 voor gemeenten de uitbestedingverplichting en SUWI-aanbestedingsregels.

Een belangrijke bouwsteen voor de evaluatie vormen de tweejaarlijkse Trendrapporten reïntegratiemarkt. Mijn ministerie laat het trendrapport tweejaarlijks opstellen door een onafhankelijk onderzoeksbureau. Het eerstvolgende trendrapport van najaar 2004 en het rapport dat in 2006 moet verschijnen, zullen belangrijke bouwstenen vormen voor de evaluatie van de werking van de reïntegratiemarkt in 2006. Dit rapport bevat informatie over ontwikkelingen op de reïntegratiemarkt (mate van concurrentie, aanbod voor moeilijke doelgroepen, etc.). Het is gebruikelijk dat het kabinet het trendrapport naar het parlement stuurt; in de aanbiedingsbrief is er dan gelegenheid voor het kabinet om zich uit te spreken over de ontwikkelingen en (indien daar aanleiding voor is) beleidsaanpassingen aan te kondigen. Het plan van aanpak voor de evaluatie van de reïntegratiemarkt is behalve met de VNG tevens afgestemd met de NMa.

Toelichting Beleidsplan Informatieuitvraag SZW (BIS)

Het Beleidsplan Informatieuitvraag SZW vloeit voort uit artikel 78, tweede lid, van de Wet werk en bijstand, en biedt het kader voor mijn informatieuitvraag bij gemeenten over het domein Werk&Bijstand in het jaar 2005. Passend bij de decentralisatie- en dereguleringsdoelstelling van de Wet werk en bijstand, geef ik met het BIS 2005 concreet invulling aan de doelstelling van derapportage en vermindering van administratieve informatielasten voor gemeenten. Het aantal gegevens dat ik structureel met ingang van het jaar 2005 bij gemeenten uitvraag zal aanzienlijk verminderen. In het BIS formuleer ik de uitgangspunten voor derapportage.

Mijn voorganger heeft over het Beleidsplan Informatieuitvraag overleg gevoerd met de VNG. Met uitzondering van de noodzaak van uitvraag van gegevens over bijstandsfraude en gemeentelijke terugvordering, heeft hij over het Beleidsplan overeenstemming bereikt met de VNG op het Bestuurlijk Overleg van 12 mei jongstleden. Ik zal in het najaar van 2004 opnieuw met betrokken partijen een overleg starten over de noodzaak van de fraude- en debiteurenstatistiek. Dit met het oog op mijn uitvraag met ingang van het jaar 2006.

Toelichting Onderzoeksrapport «De bijstand beleefd»

Naar aanleiding van de evaluatie van de Algemene bijstandswet (Abw) 1996–1999 is besloten het cliëntperspectief expliciet te betrekken bij de volgende evaluatie (brief van SZW van 15 februari 2000. TK 1999–2000 25 271, nr. 11). Eind 2003 is de cliëntbeleving Abw – aangevuld met aspecten van WIW, I/D-banen en SUWI-keten – onderzocht. Centrale vraag was hoe de bijstandsgerechtigde het landelijk beleid betreffende de Abw heeft ervaren. Hoofdconclusie is dat cliënten over het algemeen redelijk positief oordelen over het ten tijde van de Abw gevoerde beleid. Ook blijken zij redelijk goed op de hoogte van dat landelijke beleid.

Het onderzoek is een terugblik op de Abw. Het ligt niet in de rede hieraan consequenties te verbinden voor de WWB, die nu volop geïmplementeerd wordt. Door het informatieve karakter heeft het wel een andere functie voor de WWB. Aan u is toegezegd dat cliëntbeleving onderdeel zal zijn van de WWB-evaluatie. Het onderhavige onderzoek maakt het mogelijk te zijner tijd vergelijkingen te maken tussen de cliëntbeleving van WWB en Abw. Daardoor kunnen bepaalde aspecten van de effecten van de WWB te zijner tijd beter geëvalueerd worden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. A. L. van Hoof


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven