29 667
Beleidsnota Verkeersemissies

28 663
Milieubeleid 2002–2006

nr. 10
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 april 2005

Bij brief van 11 maart jl., Kamerstukken II 2004–2005, 29 667 en 28 663, nr. 9, heb ik u geïnformeerd over mijn voornemen om voorlichting aan de Raad van State te vragen over de ministeriële regeling luchtkwaliteit en over mijn streven u begin april een versie van de regeling aan te bieden waarin de reactie van de Raad van State verwerkt zou zijn. Bij brief van 31 maart 2005, kenmerk 34/VROM/2005 verzocht de voorzitter van uw vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer mij deze meer definitieve versie van de regeling toe te sturen.

De regeling heb ik op 11 maart jl. aan de Raad van State voorgelegd. Bij brief van 30 maart jl.heeft de Vice-President van de Raad van State mij van voorlichting gediend. Een afschrift hiervan doe ik u hierbij toekomen.1

Gezien de inhoud van de voorlichting is het momenteel niet opportuun u een aangepaste versie van de regeling voor te leggen. Nader beraad over de regelgeving op het gebied van luchtkwaliteit acht ik noodzakelijk.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven