29 665 Evaluatie Schipholbeleid

Nr. 570 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2025

Tijdens het tweeminutendebat van 24 april jl. verzocht het lid De Groot (VVD) om openbaarmaking van de brief van de Europese Commissie – Eurocommissaris Tzizikostas – aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Op 8 mei jl. heeft de Kamer deze brief vertrouwelijk toegezonden gekregen (Kamerstuk 29 665, nr. 558).

Op 21 mei jl. heeft de Commissie van Infrastructuur en Waterstaat van de Kamer aangegeven de vertrouwelijkheid van de ter inzage gelegde stukken niet genoegzaam gemotiveerd te achten en heeft zij gevraagd om een nadere motivering in de zin van artikel 4a, tweede lid, onderdeel a van de Regeling vertrouwelijke stukken.

Met de vertrouwelijke terinzagelegging wordt voldaan aan de in de Grondwet opgenomen verplichting om Kamerleden desgewenst inlichtingen te verstrekken. Evenwel is in dit geval terughoudendheid op zijn plaats en vertrouwelijkheid geboden. Gewone verstrekking aan de Kamer(s) leidt altijd automatisch tot openbaarmaking. Het aan de Kamers verstrekken van EU-vertrouwelijke stukken leidt tot schending van de opgelegde vertrouwelijkheid. Dit zou voorts de goede relatie met de EU-instellingen verstoren. De Europese Commissie heeft desgevraagd ingestemd met het delen van de brief met de Kamer, maar geen toestemming gegeven om de brief te delen met het brede publiek. Daarom is de brief vertrouwelijk ter inzage gelegd.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, R. Tieman

Naar boven