29 665 Evaluatie Schipholbeleid

Nr. 421 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 februari 2022

Zoals bij brief van 18 februari 20221 aangekondigd informeer ik uw Kamer hierbij mede namens de Minister voor Natuur en Stikstof, dat Schiphol verzocht is de aanvraag voor een natuurvergunning en de bijhorende passende beoordeling aan te vullen.

Dezelfde passende beoordeling die onderdeel is van deze vergunningaanvraag maakt ook deel uit van het milieueffectrapport «Nieuw Normen- en Handhavingstelsel Schiphol»2. Eerder heeft de Commissie voor de m.e.r. in haar toetsingsadvies kanttekeningen geplaatst bij de wijze waarop in de passende beoordeling de beschikbare emissierechten voor stikstof en de benodigde rechten zijn bepaald3. Na uitgebreide overweging van het toetsingsadvies en de ontvangen zienswijzen op het ontwerpbesluit is Schiphol door de Minister voor Natuur en Stikstof en mijzelf in kennis gesteld over de uitgangspunten die bij de besluitvorming ten aanzien van de referentiesituatie, en de daarin te betrekken vlootsamenstelling zullen worden gehanteerd.

Niet uitgesloten kan worden dat bij de uitwerking conform deze uitgangspunten blijkt dat er een opgave resteert om de stikstofdepositie te mitigeren of compenseren, mogelijk ook in het verlengde van de vijfde baan. Daarom heb ik Royal HaskoningDHV verzocht in het lopende onderzoek in beeld te brengen welke maatregelen getroffen kunnen worden. Uiteraard zijn de inspanningen erop gericht om gegeven het wettelijk kader de continuïteit van de operaties zoveel mogelijk te kunnen waarborgenen invulling te blijven geven aan geluidspreferent vliegen, om de hinder voor omwonenden zoveel mogelijk te blijven beperken.

Naar verwachting zal Schiphol enkele maanden bezig zijn om de aanvulling op de passende beoordeling op te stellen en aan te leveren. Deze passende beoordeling is nodig om te komen tot wijziging van het luchthavenverkeerbesluit en een natuurvergunning. Zodra deze aanvulling gereed is, zal ik uw Kamer hierover informeren.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Kamerstuk 29 665, nr. 420.

X Noot
2

Kamerstuk 29 665, nr. 399.

X Noot
3

Kamerstuk 29 665, nr. 407.

Naar boven