29 665
Evaluatie Schipholbeleid

nr. 28
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2006

Hierbij bied ik u mede namens mijn collega van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, het kabinetsstandpunt Schiphol aan1. Dit kabinetsstandpunt is opgemaakt naar aanleiding van de resultaten van de evaluatie van het Schipholbeleid, van het onderzoek naar de mogelijke ontwikkelingen rondom Schiphol en van het onderzoek naar aanvullend beleid voor groepsrisico. In het kabinetsstandpunt gaat het kabinet in op de verdere ontwikkeling van Schiphol en de beperking van de hinder in de omgeving van de luchthaven.

Naast het kabinetsstandpunt zijn twee bijlagen toegevoegd1. De inhoud van deze bijlagen is gebruikt bij de totstandkoming van het kabinetsstandpunt. Het betreft het rapport van het onderzoek naar de indicatieve effecten van saldering en het zogenoemde ACCM-onderzoek.

Indicatieve effecten saldering

Eén van de maatregelen van het kabinet betreft de aanpassing van het systeem van handhavingspunten door «saldering» mogelijk te maken. Het kabinet heeft van deze maatregel de indicatieve effecten laten onderzoeken. In het rapport «Effecten van saldering tussen handhavingspunten» staan deze indicatieve effecten beschreven. In de komende maanden zal het kabinet de effecten nader onderzoeken.

ACCM-onderzoek

Het ACCM-onderzoek is een eerder toegezegde aanvulling aan op het in december 2005 toegezonden Achtergronddocument Beleidsinformatie Mainport Schiphol (Kamerstukken, II, 26 959, nr. 107). Het onderzoek is een kwantitatieve analyse van omgevingsscenario’s voor de vraag- en capaciteitsontwikkeling op de luchthaven Schiphol.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven