29 665
Evaluatie Schipholbeleid

nr. 116
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2008

Naar aanleiding van uw verzoek (OS-VW-B-125) om geïnformeerd te worden over de uitkomsten van mijn overleg met de exploitant van Lelystad Airport en LVNL over de haalbaarheid van een (interim) oplossing voor de installatie en de financiering van een vraaggerichte en efficiënte luchtverkeersleiding op de luchthaven Lelystad, doe ik u hierbij de brief van provincie Flevoland toekomen.1 Door middel van deze brief heeft Gedeputeerde Dijksma mij op de hoogte gesteld van de resultaten van een onderzoek dat de provincie heeft laten uitvoeren naar de haalbaarheid van vervroegde invoering van luchtverkeersleiding op Lelystad Airport en van de conclusies die de provincie en gemeente daaruit trekken. De resultaten zijn in overleg tussen Provincie, gemeente Lelystad, mijn Ministerie en exploitant besproken.

Uit voornoemd onderzoek blijkt dat vervroegde invoering van luchtverkeersleiding op Lelystad Airport in dit stadium niet haalbaar is. Regiopartijen achten luchtverkeersleiding eerst haalbaar na baanverlenging.

De luchthavenexploitant heeft aangegeven een variant uit te gaan werken waarbij het personeel op de verkeerstoren extra bevoegdheden krijgt om ook onder daglichtcondities, het luchtruim vrij te maken ten gunste van grotere luchtvaartuigen. Deze mogelijkheid moet op haalbaarheid worden onderzocht. Uiteraard sta ik welwillend tegenover dergelijke initiatieven.

Ik houd gezien de uitkomst van het onderzoek van de provincie voorlopig vast aan het standpunt dat invoering van luchtverkeersleiding op Lelystad Airport wordt gekoppeld aan het besluit over baanverlenging. Daarbij wil ik benadrukken dat bij het huidige gebruik van Lelystad Airport geen sprake is van een veiligheidsrisico. Ik heb LVNL gevraagd de benodigde voorbereidingen voor invoering van luchtverkeersleiding na baanverlenging te treffen, waarbij uiteraard met het plegen van daadwerkelijke investeringen zal worden gewacht tot groen licht voor baanverlenging een feit is.

De nieuwe aanwijzingsprocedure voor een baanverlenging is in volle gang. De uitkomst van deze procedure zal in 2009 bekend zijn, hierover zal ik u te zijner tijd informeren.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven