29 664 Binnenvisserij

Nr. 154 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2016

Met deze brief wil ik u, naar aanleiding van mijn toezegging in het AO Visserij van 2 maart jl., informeren over de vervolgstappen met betrekking tot decentraal aalbeheer (Kamerstuk 29 675, nr. 185).

Sinds 2009 is het nationale aalbeheerplan, in het kader van de EU-Aalverordening in Nederland van kracht. Kern van het aalbeheerplan is een jaarlijkse sluiting van de aalvisserij in de maanden september, oktober en november. Vanaf het begin af aan heeft de sector gepleit voor decentraal aalbeheer als alternatief voor de drie maanden sluiting. Bij decentraal aalbeheer krijgen de vissers een aalquotum waarmee zij het hele jaar door mogen vissen. Vanaf 2011 loopt hiervoor een pilot in Friesland. Uit de pilot blijkt dat decentraal aalbeheer mogelijk is met een quotumvisserij, waarbij het quotum gelijk is aan de vangsten die de vissers hebben in een jaar met drie maanden sluiting. Een vereiste bij quotumvisserij is dat de vangsten correct geregistreerd worden. De NVWA heeft een audit ingezet naar de betrouwbaarheid van de vangstregistratie in Friesland. Wanneer de audit positief uitvalt, wil ik ook andere gebieden in Nederland de mogelijkheid bieden decentraal aalbeheer toe te passen. Voorwaarde hierbij is dat de Europese Commissie er mee instemt dat decentraal aalbeheer als alternatief gekozen kan worden voor de drie maanden sluiting.

De indeling van beheergebieden van een waterbeheerder (binnen de grenzen van waterschappen) wordt aangehouden als indeling voor decentraal aalbeheer. Deze gebieden kennen veelal een logische afbakening, waarbij het gebied voor de waterbeheerder en voor de visstand een coherent geheel vormt. Voorwaarden voor toepassing van decentraal aalbeheer is dat alle vissers uit het gebied mee willen doen en dat zij zorgen voor een betrouwbaar controle- en handhavingsysteem dat zij zelf financieren. Het aalquotum van het gebied zal gebaseerd zijn op de aalvangsten uit jaren met een gesloten tijd. Bovenstaande voorwaarden zullen nader uitgewerkt worden in een beleidsregel.

De verwachting is dat het jaar 2017 kan dienen als voorbereidingsjaar en dat de eerste nieuwe gebieden in 2018 met decentraal aalbeheer kunnen starten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven