29 664 Binnenvisserij

Nr. 133 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 augustus 2015

Uw Kamer heeft mij middels de motie Visser Kamerstuk 29 664, nr. 129 gevraagd in kaart te brengen hoe het visseizoen binnen Nederland voor aal aan veranderende omstandigheden (watertemperatuur) onderhevig is en of flexibiliteit in aanvang van het gesloten seizoen mogelijk is. Ik heb IMARES gevraagd dit te onderzoeken. IMARES heeft hier een rapport over opgesteld, dat ik u bijgaand toestuur1.

IMARES heeft voor de analyse gebruik gemaakt van gegevens uit twee langlopende IJsselmeeronderzoeken. De gegevens over de watertemperatuur zijn afkomstig van Rijkswaterstaat. Tevens is in een literatuurstudie onderzocht welke kennis reeds beschikbaar is over de timing van de schieraaluittrek en welke factoren hierop van invloed zijn.

Het onderzoek van IMARES geeft aan dat schieraaluittrek niet kan worden voorspeld aan de hand van watertemperatuur in het voorjaar of de zomer. Andere factoren zoals verhoogde waterbeweging en lage lichtcondities (daglengte, maanfase) zijn van belang voor schieraaluittrek. Verder is de aanvang van uittrek afhankelijk van het leefgebied (kleine poldersloten, meren of grote rivieren). Niet alle omgevingsfactoren zullen in alle gebieden met dezelfde intensiteit doorwerken, met als gevolg dat de uittrek in Nederland op verschillende momenten kan plaatsvinden. De aanvang van de schieraaluittrek is sterker gerelateerd aan omgevingsfactoren net voor de uittrek (najaar) en minder aan factoren die veel eerder in het jaar zorgen voor transformatie van rode aal naar schieraal (voorbereiding op de uittrek). Hierdoor is het tijdstip van de schieraaluittrek niet bij aanvang van het aalvisseizoen al te voorspellen. Maar ook voor de korte termijn voorspelling zijn er nog geen betrouwbare systemen die aan kunnen geven wanneer de schieraaluittrek in een gebied start.

Het voor aalvisserij gesloten seizoen is gekozen omdat, ondanks de variatie, in de maanden september, oktober en november de meeste schieraal Nederland uittrekt. Nu gebleken is dat de schieraaluittrek niet kan worden voorspeld aan de hand van de watertemperatuur en dat er ook geen andere goede voorspellers voorhanden zijn, zie ik geen mogelijkheid voor een flexibele aanvang van het gesloten seizoen. Het jaarlijks gesloten seizoen voor aalvisserij blijft september, oktober en november. Het in oktober 2014 door de Europese Commissie uitgebrachte evaluatierapport geeft aan dat de staat van de Europese aal nog steeds kritisch is en dat maatregelen noodzakelijk blijven.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven