29 664 Binnenvisserij

Nr. 124 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 april 2015

Bij brief van 1 juli 2014 (Kamerstuk 29 664, nr. 121) heb ik u geïnformeerd over het akkoord dat partijen op 26 juni 2014 hebben bereikt met betrekking tot de schubvisvisserij op het IJsselmeer. Met deze brief informeer ik u over de voortgang die sindsdien door partijen is geboekt in dit dossier.

In deze brief ga ik achtereenvolgens in op:

  • 1. de vangstadviezen voor het visseizoen 2015–2016;

  • 2. het nieuwe beheerstelsel schubvisvisserij;

  • 3. overige zaken.

1. Vangstadviezen visseizoen 2015-2016

Mijn insteek is de visserijmogelijkheden jaarlijks te bepalen op basis van vangstadviezen van IMARES die zijn gebaseerd op wetenschappelijke monitoring. Uit de vangstadviezen voor het komende visseizoen blijkt dat de bestanden in 2014 een diffuser beeld laten zien dan in 2013. Er is een toename van (vooral) juveniele snoekbaars en baars en een afname van brasem en blankvoorn. Vorig jaar namen alle bestanden af. Als de maatregelen worden voortgezet die vorig jaar zijn genomen (85% reductie staande netten, 1 week voor het vissen met de zegen en het voortzetten verbod gebruik grote fuik met ruif), wordt naar verwachting van IMARES een beweging richting herstel ingezet.

De vangstadviezen en aanvullende rapporten zijn in het Bestuurlijk Overleg (BO) van 25 maart jl. besproken. Daarbij is ook besproken of aanvullende maatregelen nodig zijn voor de snoekbaars. Er blijkt namelijk aanzienlijk meer snoekbaars te zijn aangeland dan vorig visseizoen, terwijl een reductie werd beoogd. Voor aanvullende maatregelen zijn op dit moment onvoldoende concrete aanknopingspunten. Er zijn meerdere mogelijke oorzaken voor de verhoogde vangsten (verhoogde watertemperatuur, verandering dieet of verandering visserij-inzet of -registratie). Daarbij geeft IMARES ook aan dat er op dit moment onvoldoende kennis is om specifiek voor de snoekbaars aanvullende effectieve en selectieve maatregelen te nemen.

De leden van het BO hebben ermee ingestemd om de maatregelen van vorig jaar voort te zetten en daarmee te werken aan herstel van de bestanden. Aanvullend heb ik toegezegd om ter bescherming van de brasem het komende seizoen onderzoek te laten doen naar de selectiviteit van maaswijdte en minimum aanlandingsmaat. Ook heb ik toegezegd onderzoek te zullen doen naar de bijvangsten van schubvis in de visserij op aal met de grote fuiken. Dit op advies van IMARES.

2. Nieuw beheerstelsel schubvisvisserij

Een tweede afspraak van vorig jaar betreft de uitwerking van een nieuw beheerstelsel. Daaraan is met betrokkenheid van alle partijen gewerkt (inclusief een klankbordgroep van vissers) en de voorstellen zijn besproken in het BO. In het BO bleek draagvlak te bestaan voor het blijven sturen via de netten- en zegenvergunningen, waarbij op basis van vangstadviezen van IMARES wordt bezien welke ruimte tot bevissing kan worden geboden. Dat betekent tevens een systeem van generieke reducties die alle vissers in gelijke mate treft. Gezien het gebrek aan accurate historische data waaruit blijkt hoeveel van elke vissoort met welk type net is gevangen, kan bij deze sturingswijze namelijk geen rekening worden gehouden met historische vangsten. Afgesproken is dat dit beheersysteem over 3 jaar wordt geëvalueerd. Tussentijdse fine tuning is uiteraard mogelijk. Bij de evaluatie wordt ook bezien of dit systeem nog het beste past bij de feitelijke situatie op dat moment. De IJsselmeervisserij maakt immers een periode van transitie door en het is nu nog onduidelijk hoe de situatie over 3 jaar zal zijn.

Op basis van ervaringen in het huidige visseizoen, worden op dit moment een aantal punten nader uitgewerkt. Ook deze zijn als onderdeel van een totaal pakket in het BO van 25 maart jl. besproken en konden op instemming rekenen. Het betreft de volgende zaken:

  • Ik ben bereid het komende visseizoen – onder strikte voorwaarden – ontheffingen te verlenen voor onderzoekspilots die antwoord kunnen geven op de vraag of een nieuwe of aangepaste visserijmethode geen schade doet aan de gestelde bestandsdoelen. Hiervoor bereid ik een beleidsregel voor.

  • Mede in dit verband wil ik een brede onderzoekspilot mogelijk maken voor de wolhandkrabvisserij. Dit omdat de visserij op wolhandkrab onbedoeld beperkt is door de nettenreductie en het verbod op de grote fuik met ruif. Het is goed als een divers pakket aan visserijmethoden in samenhang wordt beproefd en er op korte en langere termijn perspectief ontstaat voor deze lucratieve vorm van visserij.

  • De overdraagbaarheid van staand want netten en de voor de zegenvisserij toegestane week per vergunninghouder, wordt in de regelgeving mogelijk gemaakt (koop en huur). Dit bevordert de concentratie van de jaarlijkse toegestane vangstruimte bij de actieve vissers en daarmee de transitie. Bovendien draagt de sector hierbij zelf financieel bij aan de transitie. Mede om de vissers de kans te bieden hiervan komend visseizoen gebruik te maken, zal ik ook dit jaar de vergunningverlening voor visserij op aal en schubvis splitsen.

  • Het gebruik van de overlevingsbun bij schietfuiken wordt publiekrechtelijk verplicht, om de overleving te bevorderen van schubvisbijvangst in dit tuigtype.

  • Mede ter ondersteuning van het plan dat de PO nu ontwikkelt op het gebied van vangst- en inspanningsregistratie, onderzoek ik de mogelijkheid om vangst- en inspanningsregistratie wettelijk te verplichten.

  • Er komt een beleidsregel over het toepassen van een bestuursrechtelijke herstelsanctie bij geconstateerde overtredingen van de visserijvergunning.

Met dit pakket aan maatregelen is de balans gevonden tussen enerzijds het werken aan herstel van de visbestanden en anderzijds het bieden van ruimte aan de visserij waar dat kan. Anders dan vorig jaar, wordt het komend visseizoen perspectief voor de visserij geboden op het gebied van innovatie (onderzoekspilots) en het mogelijk maken van gedeeltelijke overdracht (huur en koop). Er is dus sprake van een andere situatie. Het verzoek van de PO om ook komend visseizoen opnieuw een tegemoetkoming te verstrekken, is daarom niet gehonoreerd. Bovendien was de tegemoetkoming eenmalig.

3. Overige zaken

Vorige zomer heeft de PO IJsselmeer toegezegd het voortouw te nemen voor een goede monitoring en registratie van de vangsten en visserij inspanning. Deze registratie levert belangrijke input voor de jaarlijkse vangstadviezen. In het BO van 25 maart jl. heeft de PO dit opnieuw onderschreven en aangegeven ervoor te zullen zorgen dat per 1 juli a.s. (start schubvisseizoen) een registratie systeem in werking is. Een door de PO ingestelde werkgroep buigt zich hierover.

Met deze monitoring en registratie van vangst en inspanning, de eerder in deze brief genoemde aanvullingen op het vorig jaar reeds uitgebreide onderzoek en de resultaten van de onderzoekpilots, wordt een solide onderzoeksprogrammering neergezet voor de visserij in de komende jaren.

Voor de controle- en handhaving heeft de NVWA vorige zomer samen met andere toezichthouders op het IJsselmeer een controle- en handhavingsplan opgesteld. In het BO van 25 maart jl. is afgesproken dit plan te herijken voor het volgende visseizoen en daarbij tevens de ervaringen van dit jaar te betrekken.

Inmiddels is er een Transitiefonds IJsselmeer dat wordt beheerd door de Stichting Transitie IJsselmeer. Deze Stichting heeft zich als doel gesteld het (schub)visbestand in het IJsselmeer te herstellen en te verbeteren. Ik heb begrepen dat uit dit fonds de eenmalige onverplichte tegemoetkoming is verstrekt die de PO namens de IJsselmeervissers had aangevraagd voor het overbruggingsjaar. De PO zorgt voor de verdere verdeling daarvan.

Alles overziend, hebben we een intensieve periode achter de rug waarin partijen bereid bleken via de nu ingeslagen weg in gezamenlijkheid oplossingen na te streven. Er is een aantal belangrijke stappen gezet. Het pakket maatregelen dat er voor het komend visseizoen ligt en het feit dat de Stichting nu aan de slag is, bieden een goede basis voor het vervolg. Ik heb er dan ook vertrouwen in dat een toekomstbestendige visserij op het IJsselmeer mogelijk moet zijn.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven