29 659 Evaluatie Staatsbosbeheer

Nr. 99 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 maart 2013

Via deze brief voldoe ik aan uw verzoek om een brief over grondverkoop, gedaan in uw regeling van werkzaamheden d.d. 14 maart jl. (Handelingen II 2012/13, nr. 62, Regeling van Werkzaamheden).

In het regeerakkoord van het kabinet Rutte-I was voor Staatsbosbeheer een taakstelling van € 100 mln. opgenomen voor de verkoop van gronden buiten de Ecologische Hoofdstructuur. Deze verkooptaakstelling is omgezet in een financiële taakstelling. Momenteel worden verschillende methodes geïnventariseerd om deze taakstelling op te vangen, grondverkoop is daar de belangrijkste van. De taakstelling is gefaseerd en moet in 2013 € 10 mln. opleveren.

Het gaat bij het realiseren van de taakstelling door middel van grondverkoop overigens om gebieden buiten de oorspronkelijke Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Staatsbosbeheer maakt vooraf een zorgvuldige selectie van de objecten die voor verkoop in aanmerking kunnen komen. Daarnaast voer ik een toets uit of de voorgenomen verkoop verantwoord is in het licht van het natuurbeleid van het huidige kabinet, dat gericht is op het realiseren van een robuuste EHS. Dit kabinet wil een duidelijke plus zetten op het natuurbeleid van het vorige kabinet. Dit betekent, conform regeerakkoord, primair inzet op inrichting en beheer van de robuuste EHS en op andere maatregelen die een significante bijdrage aan het realiseren van de natuur- en biodiversiteitdoelstellingen leveren.

Staatsbosbeheer is afgelopen week, ter realisering van de taakstelling, begonnen met een pilot voor de verkoop van een eerste tranche objecten in het gebied «Daarle» in Overijssel.

De feitelijke verkoop van deze eerste tranche staat gepland voor medio mei 2013. Conform artikel 3, vierde lid, van de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer, behoeft vervreemding van objecten door Staatsbosbeheer mijn voorafgaande goedkeuring. Dat geldt uiteraard onverminderd ook voor de voorgenomen verkopen in het kader van de taakstelling.

Samen met Staatsbosbeheer zal ik de uitkomsten van de pilot in «Daarle» evalueren op vergaarde inkomsten en het uiteindelijke gebruik van de grond. Na de evaluatie op deze beide punten zal ik bezien hoe de verkoop van grond deel uit zal maken van de verdere invulling van de taakstelling. Bij deze evaluatie is het kabinetsbeleid, zoals hierboven beschreven, vanzelfsprekend leidend.

De planologische bestemming van de verkochte grond is en blijft echter de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Deze verantwoordelijkheid is er mede op gericht om de lokale gemeenschap meer te betrekken bij het beheer en deze ook de verantwoordelijkheid te laten nemen voor dergelijke stukjes grond. Als op deze percelen natuurwaarden, bijvoorbeeld een dassenburcht, aanwezig zijn, dan blijven die natuurlijk vallen onder het beschermingsregime van de Flora- en faunawet.

De staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven