29 659
Evaluatie Staatsbosbeheer

nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2007

Hierbij bied ik u het rapport «Sturen in het bos: op weg naar een volwassen sturingsrelatie» van de task-force Witteveen aan1. Deze task- force heb ik samen met de Raad van Toezicht van Staatsbosbeheer ingesteld en had als hoofdtaak het beschrijven van een herziene sturingsrelatie tussen het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Staatsbosbeheer. In mijn brief van 28 november 2005 heb ik u reeds geïnformeerd over het instellen van deze task force en de opdrachtformulering (Kamerstuknr. 29 659, nr. 6).

Dit rapport bevat de conclusies en aanbevelingen van de task-force Witteveen voor een vernieuwde en verbeterde sturingsrelatie.

Conclusies en aanbevelingen advies task force Witteveen

De task-force benadrukt in haar rapport de bijzondere relatie tussen LNV en Staatsbosbeheer. Staatsbosbeheer is door de verzelfstandiging op afstand komen te staan van het departement en heeft daarbij een grotere autonomie gekregen in de manier waarop het de werkzaamheden uitvoert. De ministeriële verantwoordelijkheid blijft echter bestaan. De task force stelt dat beiden zich daar van bewust moeten blijven.

De task-force concludeert dat er voor vernieuwing van de sturingsrelatie een samenhangend stelsel van maatregelen nodig is, dat berust op drie pijlers: 1) verbeteringen in de sturing, 2) aanpassingen in governance, organisatiestructuur en bedrijfsvoering van Staatsbosbeheer, 3) verbeteringen in verantwoording door Staatsbosbeheer over prestaties en kwaliteit.

De task force stelt een aanpassing voor van de opdrachtformulering en de daarbij gehanteerde instrumenten en processen. Het huidige normkostenmodel is dusdanig verfijnd dat het onvoldoende functioneel geacht wordt. Een versimpeling van het normkostenmodel ligt volgens de task-force voor de hand.

De task-force constateert dat de gewenste koppeling tussen begroting en verantwoording moeilijk is door het ontbreken van duidelijke prestatiebeschrijvingen. Een nieuw aansturingsmodel moet de prestaties van Staatsbosbeheer beter koppelen aan de doelen in de begroting van LNV.

Om de verantwoording te verbeteren stelt de task-force voor om de kerntaken van Staatsbosbeheer (terreinbeheer, recreatie en voorlichting, educatie en vermaatschappelijking) te gaan benchmarken. Tevens adviseert zij aanpassing van de systematiek van kwaliteitsmonitoring.

De task-force stelt dat de organisatie van Staatsbosbeheer zo ingericht moet zijn, dat de sturing van het ministerie een adequate doorvertaling krijgt tot aan de werkvloer. Binnen de organisatie moeten voldoende «checks and balances» in de besluitvorming aanwezig zijn om noodzakelijke keuzen in de uitvoering, die afwijken van de opdrachtformulering, mogelijk te maken. Zij stelt dat de planning- en controlcyclus van Staatsbosbeheer meer ontvankelijk moet zijn voor beleidsmatige aansturingssignalen van LNV en deze moet kunnen doorvertalen naar concrete beheeractiviteiten.

Tenslotte concludeert de task-force dat er behoefte is aan verduidelijking van de rolverdeling tussen LNV, Staatsbosbeheer en de Raad van Toezicht van Staatsbosbeheer.

Reactie op advies task-force Witteveen

Voor de verbetering van de sturingsrelatie hanteer ik als uitgangspunt professionalisering van het opdrachtgeverschap door mijn departement en het opdrachtnemerschap door Staatsbosbeheer. Dat begint bij een duidelijke opdrachtformulering en een heldere taakopvatting.

De discussie over de rolverdeling tussen LNV, Staatsbosbeheer en de Raad van Toezicht en de gewenste governancestructuur zal ik in de loop van dit jaar voeren. Van belang hierbij is de uitwerking van de Kaderwet ZBO.

Verbeteringen in de verantwoording wil ik bereiken door een scherpe(re) formulering van zowel doelen als producten en diensten. De definiëringen dienen daarbij toegesneden te zijn op verantwoording aan de Tweede Kamer en op de vergelijkbaarheid met andere terreinbeherende organisaties. Daarnaast wil ik sturen op gerealiseerde kwaliteit van doelen.

De gewenste herformulering van doelen en producten en diensten vindt nu plaats. Begrippen worden waar nodig geherdefinieerd. Dit zal resulteren in een herziening van het bekostigingssysteem en het kwaliteitsmonitoringssysteem. Vermeldenswaard hierbij is dat ik samen met het Interprovinciaal Overleg, provincies en terreinbeheerders toewerk naar één typologie van natuur, landschap en openluchtrecreatie met een indeling in kwaliteitsklassen. Op basis hiervan kunnen normkosten voor beheer berekend worden.

Het nieuwe bekostigingssysteem en kwaliteitsmonitoringssysteem moeten in 2009 operationeel zijn.

Ik verwacht dat bovengenoemde herzieningen ertoe zullen leiden dat de wijze waarop in de toekomst de verantwoording over de uitvoering van taken door Staatsbosbeheer naar uw Kamer zal plaatsvinden merkbaar verbetert in herleidbaarheid en transparantie.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven