29 653 Het Nederlands buitenlands beleid ten aanzien van Latijns-Amerika en de Cariben

Nr. 38 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2018

Inleiding

Uw Kamer verzocht op 5 april jl. om een brief over mijn bezoek aan het Caribische deel van het Koninkrijk en Colombia. Van 3 tot en met 7 april bezocht ik achtereenvolgens de drie Caribische Koninkrijkslanden en Colombia. Een kort bezoek aan Venezuela op 7 april werd ter plekke aan de reis toegevoegd. Hieronder volgt een verslag.

Caribische Koninkrijkslanden

Van 3–5 april bezocht ik de Caribische Koninkrijkslanden: Sint Maarten, Aruba en Curaçao. Als Koninkrijksminister verantwoordelijk voor de buitenlandse betrekkingen van het hele Koninkrijk vond ik het belangrijk om snel een kennismakingsbezoek af te leggen. Mijn bezoek was ook tijdig gezien de ontwikkelingen in het buurland Venezuela. Tijdens het jaarlijkse Koninkrijksoverleg Buitenlandse Betrekkingen (Curaçao, 5 april jl.) heb ik met de Minister-Presidenten van Sint Maarten, Aruba en Curaçao, gesproken over de buitenlandse belangen en prioriteiten van de Caribische delen van het Koninkrijk. De overleggen waren constructief, verliepen in goede sfeer en hebben een uitstekende basis gelegd voor verdere samenwerking als volwaardige partners met respect voor de autonomie van de Landen. Ik ben ervan overtuigd dat het Koninkrijk als geheel, evenals ieder autonoom land, gebaat is bij goede samenwerking en afstemming waarbij rekening wordt gehouden met wederzijdse verantwoordelijkheden en belangen, maar waarbij eenheid van buitenlands beleid voorop staat.

Wederopbouw

Het bezoek aan Sint Maarten stond in het teken van de internationale aspecten van de wederopbouw. Het land vertoont nog duidelijk de sporen van orkaan Irma. De Gouverneur, Minister-President en voorzitter van de Staten hebben mij geïnformeerd over de voortgang in het wederopbouwproces. Ik bezocht het Rode Kruis School Meals Programma, een van de door Nederland gefinancierde early recovery projecten. Ook sprak ik met een aantal internationale organisaties, waaronder de Wereldbank, en NGO’s die actief zijn in Sint Maarten in het kader van de wederopbouw. Alle gesprekspartners keken uit naar medio april wanneer Nederland de Administration Agreement met de Wereldbank zal tekenen en het Trustfund concreet van start zal gaan. Samen met MP Romeo-Marlin sprak ik met de Prefect en andere vertegenwoordigers van Saint Martin, het Franse deel van het eiland. Ik heb kunnen constateren dat de betrekkingen met het Franse deel van het eiland aanzienlijk zijn verbeterd onder de interim-regering. De voorbereiding van een aantal gezamenlijke projecten bedoeld voor EU-financiering, zoals een waterzuiveringsinstallatie, is inmiddels weer voortvarend opgepakt. In mei zal een technisch overleg plaatsvinden tussen Nederland/Sint Maarten en Frankrijk/Saint-Martin waarin de verdere samenwerking op het gebied van veiligheid zal worden besproken. Het is de bedoeling dat in juni in Parijs een high level vierpartijenoverleg zal plaatsvinden waarbij de samenwerking op zowel autonome als Koninkrijksaangelegenheden zal worden besproken. Ik heb mijn steun uitgesproken om Sint Maarten bij te staan waar het contacten met de EU en andere internationale organisaties betreft.

Situatie Venezuela

Met Aruba en Curaçao werd gesproken over een veelheid aan onderwerpen. Met beide Landen is uitgebreid gesproken over de grensproblematiek met Venezuela alsmede de migratieproblematiek die de Landen zorgen baart. De gevolgen van de eenzijdig door Venezuela ingestelde grensblokkade waren merkbaar. Veel Venezolanen verlaten hun land om zich te vestigen in omliggende landen. Een deel van hen verblijft (illegaal) in de Landen.

Zowel Aruba als Curaçao hanteren een restrictief toelatingsbeleid als het gaat om Venezolaanse migranten. Aruba en Curaçao onderschreven het belang om, met inachtneming van geldende internationale verdragen, op een snelle en zorgvuldige manier een schifting te maken tussen economische migranten en mogelijke politieke vluchtelingen. Toelating en vreemdelingenbeleid zijn landsaangelegenheden, maar Nederland kan met raad en daad helpen bij de verdere inrichting van de procedures. Die bereidheid heb ik ook aangegeven. Een goede samenwerking met UNHCR is van belang.

VNVR

Het Koninkrijk is dit jaar lid van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Een van de onderwerpen waar het Koninkrijk zich in de Verenigde Naties voor inzet betreft de uitdagingen van kleine eilandstaten (Small Island Developing States – SIDS), in het bijzonder waar het gaat om de nexus klimaatverandering/veiligheid. Orkaan Irma is daar een duidelijk voorbeeld van. Het internationaal werken aan duurzame en weerbare samenlevingen is van direct belang voor de Caribische Koninkrijkslanden. We hebben gesproken over de mogelijkheid om als Koninkrijk een regionale Planetary Security expertbijeenkomst voor SIDS te organiseren.

Regionale samenwerking

Tijdens het Koninkrijksoverleg Buitenlandse Betrekkingen spraken alle partijen af om nauwer met elkaar de samenwerking te zoeken om participatie in regionale organisaties als CARICOM en samenwerking met buurlanden te vergroten. Ook werd gesproken over de relatie van Landen en Gebieden Overzee (LGO) met de Europese Unie. BZ zal met de Landen in contact blijven over de onderhandelingen met betrekking tot post-Cotonou en het Meerjarig Financieel Kader. Tevens is gesproken over economische diplomatie en het aantrekken van buitenlandse investeringen. Het postennet en het handelsinstrumentarium staan daarbij de landen ter beschikking.

Regionale veiligheid

Met de Commandant der Zeemacht in de Cariben heb ik gesproken over de rol die Defensie heeft op het gebied van bescherming van de integriteit en belangen van het grondgebied van Koninkrijk in de Cariben, het bevorderen van de internationale rechtsorde en stabiliteit en de ondersteuning van de civiele autoriteiten in de Landen. Wij blikten kort terug op de verleende noodhulp aan de Bovenwindse eilanden (incl. evacuatie van buitenlandse toeristen) en Dominica na orkaan Irma waarvoor ik mijn waardering heb uitgesproken. Ook kwamen de internationale samenwerking en gezamenlijke oefeningen in de regio aan bod. Een belangrijk aandachtspunt is internationale drugsbestrijding, onder andere in het kader van het Verdrag van San Jose.

Colombia

Van 5–7 april jl. bracht ik een bezoek aan Colombia. Doel van mijn bezoek was de hechte bilaterale relatie en de Nederlandse steun voor het vredesproces te bevestigen en regionale kwesties te bespreken, waaronder de situatie in Venezuela.

Vredesproces Colombia

Met de Colombiaanse Minister van Buitenlandse Zaken María Ángela Holguín en het hoofd van de VN-missie in Colombia Jean Arnault sprak ik over de implementatie van het vredesakkoord dat in 2016 werd gesloten met de FARC. De FARC is gedemobiliseerd en ontwapend en er wordt voortgang geboekt met de implementatie van de overige afspraken uit het vredesakkoord. De aanwezigheid van de VN is belangrijk voor toezicht op het proces van re-integratie, monitoring van de veiligheidssituatie en voor het creëren en behouden van draagvlak voor het vredesproces. Ik gaf aan bezorgd te zijn over de toename van het aantal bedreigingen en moorden op mensenrechtenverdedigers en lokale leiders, met name in gebieden waar illegale gewapende groeperingen actief zijn. Het is van belang dat de Colombiaanse regering maatregelen neemt om geweld te voorkomen, lokale leiders en mensenrechtenverdedigers te beschermen en de intellectuele daders op te sporen en te vervolgen. Ik heb eveneens de noodzaak benadrukt van een effectieve re-integratie van gedemobiliseerde ex-FARC-strijders en de volledige implementatie van transitional justice en rurale ontwikkelingsprogramma’s. In mijn gesprek met de hoofdonderhandelaars van de vredesonderhandelingen met de ELN, Gustavo Bell en Juan Mayr, bevestigden zij dat er grote uitdagingen liggen, maar dat het zaak is de onderhandelingen voort te zetten, ook met het oog op verbetering van de humanitaire situatie in gebieden die onder controle van de ELN staan. Een bilateraal staakt-het-vuren voor onbepaalde tijd is hiervoor de beste garantie.

Venezolaanse migranten

Met Minister Holguín en UNHCR-vertegenwoordiger Jozef Merkx sprak ik over de problematiek omtrent migranten en vluchtelingen uit Venezuela. Beiden benadrukten dat Colombia tegen de grenzen van zijn opvangcapaciteit aanloopt. Volgens officiële cijfers bevinden zich nu meer dan 600.000 Venezolanen in Colombia. Nederland heeft een ongeoormerkte bijdrage van EUR 500.000 aangekondigd ten behoeve van de opvang van Venezolaanse migranten door UNHCR in de regio.

Steenkool

Tijdens mijn bezoek kwam de motie-Diks inzake steenkool afkomstig uit Colombia ter sprake. Ik heb het belang van transparantie benadrukt en gepleit voor openheid over de sociale en milieuomstandigheden waaronder steenkool wordt gewonnen, alsmede voor actieve participatie van Colombiaanse mijnbouwbedrijven in het transitional justice-systeem, met name in de Waarheidscommissie. Ook heb ik opnieuw de Nederlandse steun aan de Colombiaanse regering uitgesproken om de verbeteringen in de steenkoolketen te realiseren.

Venezuela

Vier dagen voor mijn bezoek aan de Caribische landen van het Koninkrijk en Colombia heb ik telefonisch contact gehad met de Venezolaanse Minister van Buitenlandse Zaken, Arreaza. In dat gesprek heb ik Venezuela opgeroepen de grenssluiting te beëindigen alsmede het akkoord met afspraken over het tegengaan van de smokkelproblematiek, aanleiding voor sluiting van de grens, te tekenen. Tevens heb ik aangegeven bereid te zijn tot een ontmoeting als dat tot resultaten zou leiden. Hierover heb ik nauw contact gehouden met de Landen van het Koninkrijk. Tijdens mijn bezoek bleek, mede dankzij de inzet van het diplomatieke netwerk, dat er bij Venezuela bereidheid bestond om tot een akkoord te komen op basis van de al in januari onderhandelde, maar nog niet ondertekende afspraken.

Mijn korte bezoek aan Caracas op zaterdag 7 april stond dan ook in het teken van ondertekening van dat akkoord. In het akkoord staan afspraken over de gezamenlijk aanpak van grenssmokkel en heeft Venezuela zich gecommitteerd aan het openen van de grenzen met Aruba, Curaçao en Bonaire.

Alhoewel de grensproblematiek het hoofdonderwerp was van mijn bezoek heb ik tijdens het gesprek met de vice-presidenten El Aissami en Soteldo ook de zorgen over de politieke en humanitaire situatie aan de orde gesteld.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven