29 614 Grondrechten in een pluriforme samenleving

Nr. 97 MOTIE VAN DE LEDEN HIDDEMA EN VAN DER STAAIJ

Voorgesteld 30 mei 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat van regeringswege al jaren vergeefs wordt gepoogd geldstromen vanuit het buitenland naar moskeeën in Nederland op hun oorsprong te controleren;

constaterende dat ook bij meerdere moskeeën in dit land van buitenlandse financiële beïnvloeding is gebleken en vanuit deze moskeeën ondemocratische en de individuele vrijheid bedreigende boodschappen worden verspreid;

overwegende dat hierbij dikwijls strafrechtelijke normen worden geschonden, waaronder aanzetten tot haat, discriminatie en geweld;

roept de regering op, bij de koepelvereniging van moskeeën het besef bij te brengen dat ingeval van nieuwe schendingen het Openbaar Ministerie de betreffende moskeebesturen kan kwalificeren als criminele organisatie – volgens artikel 140 Sr., met als oogmerk overtreding van artikelen 137c en d; de haatzaaiartikelen – en hen dienovereenkomstig kan vervolgen, in welk geval kan worden overgegaan tot inbeslagneming en verbeurdverklaring van alle financiële fondsen, ongeacht hun oorsprong, en moskeegebouwen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Hiddema

Van der Staaij

Naar boven