Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 mei 2018
Tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 10 april 2018 heeft de Kamer verzocht om
uitbreiding van de spreektijd bij het debat over een vermeende jihadpreek in Nederland
die door Turkije zou zijn gedicteerd (Handelingen II 2017/18, nr. 71, item 29). Voorafgaand aan dit debat wenst uw Kamer een schriftelijke reactie die ingaat op
het bericht «Arabische inmenging in moskee Rotterdam» (NRC, 8 april 2018). Met deze
brief geef ik, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, gevolg aan dit verzoek.
Rotterdamse Essalam-moskee
De betreffende berichtgeving stelt dat de financier van de Rotterdamse Essalam-moskee,
de aan het koningshuis van Dubai gelieerde Al-Maktoum Foundation, zich bemoeid heeft
met de inhoudelijke koers van het gebedshuis. De geldschieter zou in de loop van 2017
hebben bepaald wie in de moskee mocht spreken en wie niet. Het is wenselijk dat de
koers van een lokale moskee bepaald wordt door de moskeegangers zelf en geënt is op
de lokale situatie. Naar aanleiding van bovenstaande is mijn ministerie in gesprek
gegaan met de gemeente Rotterdam; het betreft immers primair een lokale aangelegenheid.
De gemeente Rotterdam volgt de ontwikkelingen rondom de Essalam-moskee nauwgezet.
Uit de duiding van de gemeente komt naar voren dat er bij deze specifieke casus geen
serieuze indicaties lijken te zijn van directe inhoudelijke bemoeienis. Het lijkt
primair een intern conflict te betreffen.
In algemene zin kan wel gesteld worden dat wanneer er een grote financiële afhankelijkheid
is van een externe buitenlandse partij, dit een kwetsbaarheid met zich meebrengt.
Daardoor is de ruimte om eventuele inhoudelijke beïnvloeding van de koers af te houden
beperkt. In Rotterdam lijkt hier vooralsnog geen sprake van te zijn.
Buitenlandse financiering
Buitenlandse financiering van politieke, maatschappelijke en religieuze organisaties
is toegestaan in Nederland. De financiering als zodanig is niet problematisch. Voorkomen
moet worden dat deze financiering gepaard gaat met ongewenste beïnvloeding en er via
geldstromen misbruik wordt gemaakt van de vrijheden die hier in Nederland gelden.
Vanwege de ondoorgrondelijkheid van buitenlandse financieringsstromen en de daarbij
behorende risico’s op invloed en gedragingen die niet passen binnen de democratische
rechtsstaat, worden er door het kabinet, twee verkenningen uitgevoerd. In de brief
van 29 maart 2018 is uw
Kamer hierover ingelicht.1 De Minister voor Rechtsbescherming werkt momenteel aan een wettelijke regeling ter
bevordering van transparantie van geldstromen naar maatschappelijke organisaties,
waaronder religieuze en levensbeschouwelijke organisaties. Het streven is om rond
de zomer van 2018 een conceptwetsvoorstel in consultatie te geven. Daarnaast onderzoekt
mijn ministerie of geldstromen vanuit onvrije landen kunnen worden beperkt. Gezocht
wordt naar maatregelen die juridisch standhouden en in de praktijk ook te handhaven
zijn. Zoals aangegeven in de bovengenoemde brief, wordt uw Kamer in de tweede helft
van dit jaar hierover nader geïnformeerd.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees