29 614 Grondrechten in een pluriforme samenleving

Nr. 69 MOTIE VAN HET LID KUIKEN

Voorgesteld 3 april 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de uitlatingen van Fawaz Jneid moeten worden beoordeeld binnen de context van verhoogde dreiging en de mogelijke legitimatie van geweld die aan zijn woorden ontleend zou kunnen worden;

overwegende dat de vrijheid van meningsuiting nu al door de wet begrensd wordt in geval van strafbare feiten, zoals haatzaaien, bedreigen en opruien;

van mening dat de vrijheid van meningsuiting verder niet moet worden begrensd;

van mening dat de genoemde haatboodschappen vanwege de dreiging die daarvan uitgaat, moeten worden tegengegaan;

verzoekt de regering, te komen met passende en proportionele maatregelen om genoemde haatboodschappen gericht aan te pakken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kuiken

Naar boven